0647160955
AFRICANDENTALAID@GMAIL.COM
African Dental Aid


Vind hier de verslagen/kampvuurverhalen van alle projecten.

U kunt hieronder scrollen naar het project van keuze:





PROJECT 2021


Ook in 2021 gooit COVID-19 roet in het eten. Helaas is het nog steeds niet mogelijk en verantwoord om de reis naar Noord-Kenia te maken. Ook dit jaar hebben we een alternatief project opgestart om de lokale bevolking te ondersteunen in de bestrijding van de corona pandemie. De foto's zijn te zien onder het tabblad "Projecten".


PROJECT 2020


Door de Corona-pandemie was het onmogelijk om een tandheelkundig project in het noorden van Kenia te organiseren. Onder het tabblad "Projecten" kunt u zien welk alternatief project we in samenwerking met de Rotaryclub Neerpelt-Dommelvallei hebben opgezet om de lokale bevolking in het Pokot-gebied van voedselhulp te voorzien in de moeilijke periode als gevolg van droogte en de effecten van de pandemie.



PROJECT 2019


Under construction



PROJECT 2018


Under construction



PROJECT 2017

Verslag Project 2017 – Masai Mara (8 t/m 22 oktober)


Door de problemen die zich tijdens vorig project in Tanzania stelden, hebben we gekozen om terug naar Kenia te keren voor het leveren van onze tandheelkundige zorg. Het eindeloze papierwerk, de bureaucratie en de corruptie maakten het onmogelijk om ons werk goed te kunnen doen en om in 2 weken tijd zoveel mogelijk patiënten te kunnen helpen. Asilia Africa heeft enorm haar best gedaan ons te ondersteunen in Tanzania, maar geven aan dat het steeds erger wordt en dat zij zelfs problemen ondervinden. Omdat Asilia een perfecte partner is om netwerken op te bouwen en werkzaam te kunnen zijn in gebieden waar we nog nooit eerder werkzaam zijn geweest, hebben we besloten ook in Kenia samen te gaan werken. Hun voorstel was om in het Masai Mara gebied het project op te zetten aangezien het noorden nog steeds niet rustig genoeg is om terug te keren. Natuurlijk zijn er ook in Kenia zaken die op voorhand geregeld moeten worden waarvan je hoop dat het soepel zal verlopen, maar samen met Asilia hebben we op alles goed voor kunnen bereiden. Even leken de verkiezingen roet in het eten te gooien, maar de stemmingsdatum werd gelukkig verplaatst. Het verwachte geweld rondom deze verkiezingen bleef gelukkig uit.


Zondag 8 oktober


Dit jaar waren we, zoals de projecten in 2011 en 2012, weer met twee teamleden. Mart en Joost hadden hun rendez-vous op schiphol en hiermee was het startsein voor Project 2017 gegeven. Tijdens de vlucht werden we gepamperd door de stewardess met extra eten en een zakje voor onderweg nadat ze geïnteresseerd had geluisterd wat onze plannen in Kenia waren. De luchthaven van Nairobi heeft een aardige opknapbeurt gekregen en de service was top. We stonden dan ook al snel buiten om in de grote massa taxichauffeurs die ene man uit te zoeken met een bordje met onze naam erop. Een chauffeur van Asilia bracht ons naar ons onderkomen voor die nacht. We verbleven, net als in 2016 in een appartementen complex waar Asilia al onze spullen naar had laten verschepen vanuit Arusha. De kartonnen dozen zagen er wat gehavend uit maar verder was alles compleet en intact. Na het uitzoeken en sorteren van alle dozen en tassen kwamen we erachter dat er geen hechtdraad meer was en dat onze tentjes spoorloos verdwenen waren. Dat was dus meteen onze eerste opdracht voor de volgende dag … tenten scoren!


Maandag 9 oktober


Om 7u zaten we aan het ontbijt om daarna het busje, dat ons richting de Masai Mara zou brengen, in te laden. Tot enkele jaren geleden was de Nakumatt dé supermarkt van Nairobi, maar dit was nu helemaal anders. De Carrefour had z’n intreden gedaan en bleek erg geliefd te zijn in de miljoenenstad. Bij aankomst in de hypermoderne mall “The Hub” moesten we nog even wachten voor de deuren geopend werden. Prachtige supermarkt en net als in Frankrijk hebben ze er álles. Dus tot onze grote opluchting hadden ze hier ook 3 kleine tentjes. Aangezien we veel spullen nodig hebben voor de komende 2 weken waren we opzoek naar kartonnen dozen om deze spullen in op te kunnen bergen. We werden duidelijk gemaakt dat dat niet de bedoeling was en dat we kleine herbruikbare tasjes moesten gebruiken. Men snapt dat dat zou betekenen dat we een heleboel tasjes nodig zouden hebben om voedsel voor 2 weken op te kunnen bergen. We zijn dus maar zelf de winkel in gegaan om de rekken aan te vullen zodat we daarna de dozen in onze kar zouden kunnen zetten. Missie geslaagd en met een volgeladen auto vertrokken we naar Narok. Bij aankomst in Narok hebben we matrassen gekocht en een jerrycan gevuld met benzine en eentje met water. Nu waren we er echt klaar voor. Bij een splitsing van de weg richting Lemek stond Dickson, onze gids en tolk voor de komende 2 weken, op ons te wachten. Na de eerste kennismaking zijn we meteen alle spullen van het busje gaan overladen in de Toyota Land Cruiser 8 seater. Onze chauffeur bedankt en snel vertrokken want het begon te regenen en het werd alweer donker. De weg richting Lemek is in zeer slechte staat en het duurde dan ook even voor we bij de Mara Bush Houses aankwamen. Dit is een locatie van Asilia, maar er waren geen gasten die avond. Bij aankomst waren we onze tentjes en matrassen al aan het pakken toen ons verteld werd dat dat niet nodig was en dat er iets voor ons was geregeld. Aangezien dat er geen betalende gasten waren stond er een huis leeg en mochten we daar de avond doorbrengen. We waren totaal niet voorbereid op wat we zouden aantreffen zodra we het huis betraden. Pure luxe, 5 slaapkamers, 3 badkamers … nog even dachten we dat we het huis moesten delen met andere mensen, maar het was echt voor ons alleen. Dit was natuurlijk geweldig als je jezelf al had voorbereid op een nacht in een klein iglo tentje.


Dinsdag 10 oktober


Na het ontwaken kregen we een ontbijt op het terras van het huis. Hierna vertrokken we vroeg naar Lemek en bij aankomst bleek het een marktdag te zijn. Dit betekent meestal dat er minder mensen zijn die het nodig vinden ons een bezoek te brengen, omdat ze dan meer gefocust zijn op het kopen en verkopen van vee, maar hier was dat anders. Het werd steeds drukker en de arts van de dispensary toonde erg veel interesse in onze tandheelkundige behandelingen. We kregen te horen dat we opnieuw in de Mara Bush Houses zouden kunnen gaan overnachten, omdat het toch op de weg lag. Hierdoor konden we langer doorwerken aangezien we geen slaapplek meer moesten zoeken en niet meer onze tenten zouden moeten opzetten. Het bleek nog een aardige uitdaging om het huis terug te vinden in het donker. Door de late aankomst zijn we maar meteen in bed gekropen om de benodigde uurtjes slaap te krijgen.


Woensdag 11 oktober


Blijkbaar waren er al goede verhalen over ons verteld want bij het ontbijt werd ons gevraag in de ochtend te werken in het huis. Meerdere mensen uit de omgeving waren al onderweg naar ons. We hebben na het ontbijt onze clinic opgebouwd op het terras van het huis. Uiteindelijk hebben we een aardig aantal mensen kunnen helpen. Rond 11u hebben we alles ingepakt en reden we richting Rekero, waar we de clinic op hebben gebouwd in een school. Ook hier was veel volk op komen dagen, wat betekent dat het nieuws van onze aanwezigheid goed verspreid werd. Om 18u hebben we de deuren gesloten en zijn we begonnen aan het avondritueel van tenten opzetten, eten koken en de gebeurtenissen van de dag op ons in laten werken. Dickson eet voor het eerst mee uit onze pot. Hij was aangenaam verrast dat we een lekker maaltje in elkaar wisten te draaien … of hij liet het ons geloven.


Donderdag 12 oktober


We werden al rond 5u gewekt door de eerste kinderen die, het klaslokaal waar we in sliepen, binnenstormden. We hebben het lokaal dan maar zo snel mogelijk verlaten, want er gaat niets boven goede educatie. Om 7 uur gingen we rijden naar Endoyno. De weg ernaar toe was een uitdaging aangezien de regens grote stukken van de reeds gehavende weg had weggespoeld. Bij aankomst in het dorp vroegen we de mensen ons te wijzen naar de dispensary. Het hek van de dispensary was helaas op slot. Uiteindelijke hadden we iemand gevonden die de sleutel had zodat we tenminste onze clinic zouden kunnen opbouwen. Nu bleek de nurse, die we vriendelijk uit zijn bed gelicht hadden terwijl hij op de compound sliep, “on strike” te zijn. Hij vond het geen probleem dat wij wél gingen werken. Blijkbaar vond hij het toch een vreemd gezicht dat wij wel aan de slag waren gegaan en dat zijn deur dicht bleef, want uiteindelijk is hij die dag ook weer met patiënten behandeling gestart. Op gegeven moment viel de toestroom van onze patiënten stil, waarop Dickson het dorp inliep om reclame te maken. Het bleef rustig dus besloten we de spullen op te ruimen en door te rijden naar de volgende locatie. De weg naar Ole Sere was ook toegetakeld door de hevige regens en bij aankomst werden we getrakteerd op nog een enorme stortvloed. Net op tijd hadden we het schooltje weten te bereiken en konden we in een van de klaslokalen een droog onderkomen voor de nacht vinden. Die avond hebben we alvast alles opgebouwd voor de volgende dag, om vroeg van start te kunnen gaan.


Vrijdag 13 oktober


Ole Sere … drukke dag! Veel patiënten meldden zich bij ons met meerdere uitdagende behandelingen. Na deze uitputtende dag besloten we toch de spullen alvast weer in te pakken en de toch verder te zetten naar Maa Trust. Dit is een organisatie die lokale traditionele vrouwen de mogelijkheid biedt om geld bij te verdienen door sierraden te maken die aan de toeristen worden verkocht. Aangezien dit een locatie is waar veel mensen samenkomen is het dus een goede plek om de volgende dat aan de slag te gaan. Bij het opzetten van de tent leek het ons een goed idee onze solar-douche eens uit te testen. Deze was redelijk op temperatuur gekomen in de avondzon en werd door ons opgehangen. Mart ging hem als eerste proberen maar kwam al snel terug met een aantal flinke doornen in zijn blote voeten. Met een pincet hebben we ze er een voor een uitgetrokken toen er iemand naar ons toe kwam en vroeg: “do you want to take a shower?” Wat, is hier gewoon een douche? Nou nee, maar ze hadden net water verwarmd met een zeer vernuftig keteltje. Met een emmer kon je dan achter een stenen muurtje, genietend van het uitzicht over de Masai Mara, jezelf even lekker wassen.


Zaterdag 14 oktober


Met een prachtige zonsopgang werden we wakker. Na een vluchtig ‘bush-ontbijt’ hebben we onze clinic opgebouwd op de plek waar de vrouwen al samenkwamen om aan de slag te gaan met het maken van sierraden. Tegen 16u hadden we onze deuren gesloten en alle spullen weer in de Land Cruiser geladen. De tocht ging richting Rekero Camp. Na en mooie tocht door de bush komen we in de buurt van Talek rivier. Rekero Camp ligt aan de andere kant van de rivier wat een gedurfde oversteek betekende. Bij aankomst in het kamp kregen we een staff tent. Rekero Camp is een prachtige locatie waar toeristen kunnen overnachten na een safari. Voor ons was dit natuurlijk weer een bonus na een paar dagen in de bush. Mart had helaas een iets minder rustige nacht (lees angstaanjagend) aangezien er een nijlpaard tegen zijn tent liep te schuren.


Zondag 15 oktober


Met kleine oogjes door de actieve nijlpaarden schoven we aan bij het ontbijt. We werden gevraagd om de clinic op te bouwen in een grote staff tent op het terrein zodat mensen uit de omgeving maar ook werknemers van Rekero Camp en omliggende kampen behandeld konden worden. Ook hier werden we weer geconfronteerd met een aantal uitdagende extracties. Richting het einde van de dag bleef het rustig en kwam niemand meer onze hulp zoeken. Na het opruimen besloten we samen met Peter, de camp-manager, een wandeling langs de rivier te maken. Giraffen, leeuwen, krokodillen en uiteindelijk oog in oog met een groepje buffels … tijd om terug te gaan. Na het avondeten bleek de weg naar de tent geblokkeerd te zijn door buffels. Na een omweg hebben we toch de tent weten te bereiken, maar ook die avond kwamen de nijlpaarden nog even gedag zeggen.


Maandag 16 oktober


Vroeg op en op weg naar Oloibor Murt. Ook daar gaan we richting de school aangezien dit voor iedereen een welbekende plek is. Er is een redelijke opkomst voor onze diensten. Dickson liet ons weten dat we zouden slapen in het Encounter Mara Camp en dat daar medewerkers waren die tandheelkundige hulp nodig hadden. Richting het eind van de middag waren we op locatie en zetten we de behandelstoel bij aankomst naast de Land Cruiser neer om meteen aan de slag te kunnen. De eerste patiënt dit ging liggen was een traditionele Masai man die ons meteen het zweet op ’t voorhoofd bezorgde. Deze man had last van een afgebroken verstandskies waarvan enkel nog een klein stukje zichtbaar was door het tandvlees heen. Met z’n tweeën zijn we er om en om mee bezig geweest om de kies te verwijderen. Maar uiteindelijk moesten we toch, terwijl het al laat werd en aan het regenen was, de beslissing maken om de dental field unit op te zetten om chirurgisch aan het werk te kunnen gaan. De collega’s van de man waren eerst zeer geïnteresseerd aan het meekijken, maar nu werd het toch iets te heftig voor de meesten waardoor ze er tussenuit piepten. Dit resulteerde dat we na de behandeling van de eerste patiënt even een rondje moesten lopen om de overige patiënten die “het wel prima vonden zo” terug te halen voor hún behandeling. Omdat het nu al laat was kregen we een tent in het kamp wat absoluut geen straf was. We werden ook nog getrakteerd op avondeten. Blijkbaar was het nodig ons een tafelheer toe te wijzen die ons tijdens het eten kwam vergezellen, maar dit leidde eerder tot veel ongemakkelijke stiltes aangezien de heer communicatief niet zo sterk was.


 Dinsdag 17 oktober


Vandaag staat de school in Embopongie op het programma. Dickson kijkt even bedenkelijk als we aan de tocht beginnen. Opeens zegt hij dat hij het een vreemde locatie vindt aangezien er een tandheelkundige kliniek niet ver van het dorp ligt. Een kliniek …. in de Masai Mara? Nu waren we natuurlijk wel erg benieuwd. Bij aankomst in Siena naderen we een groot hek met bewaker aan de poort … “This is it!”. Een enorm complex in the middle of nowhere staat voor ons. We krijgen toestemming om binnen te gaan en het is inderdaad een goed uitgeruste tandheelkundige kliniek. Het is een Amerikaanse organisatie die ondersteund wordt door Rotary International. Nu begrepen we natuurlijk waarom Dickson bedenkelijk keek aangezien we nu moeten afvragen wat wij nu nog aan extra zorg kunnen bieden als de mensen in de omgeving deze kliniek tot hun beschikking hebben. Maar eenmaal aangekomen bij de school van Embopongie bleek toch dat een grote groep mensen de kliniek niet konden betalen en dus graag in onze rij aanschoven. Toen de rij verdwenen was hebben we onze spullen weer ingeladen om alvast naar Kishimuruak te rijden. Ook hier zochten we onderdak in de school. We kregen de kamer van de directeur aangeboden om de clinic op te bouwen. Hier zijn we dan, aangezien we hier ook zouden overnachten, meteen met patiëntbehandeling gestart. Toen het te donker werd hebben we onze deur gesloten en hebben we onze tenten opgezet. Gelukkig hadden we ook hier een lokaal weten te bemachtigen want die avond kwam de regen met bakken uit de lucht.


 Woensdag 18 oktober


Om 5 uur in de ochtend werden we uit onze tenten gewerkt door schoolkinderen die in het klaslokaal “pre-work” wilden doen. Aan ijverige leerlingen geen gebrek! Aangezien we nu toch al wakker waren hebben we de clinic dan maar meteen opengegooid en zijn we aan de slag gegaan. Na enkele patiënten moesten sommige spullen aangevuld worden uit de voorraadtas, maar onze weg werd geblokkeerd door een flinke spin. Dickson wist meteen te vertellen dat een beet zeer pijnlijk is, maar niet dodelijk … fijn! We hebben het beest vriendelijk verzocht om de clinic te verlaten waardoor we onze werkzaamheden konden hervatten. Nadat ook hier de laatste patiënt behandeld werd besloten we alvast in de richting van Naboisho Camp te gaan rijden en ergens op de route in de bush de tent op te zetten. Dickson wist wel een plek met een mooi uitzicht. Bij aankomst op deze locatie hadden we inderdaad een prachtig uitzicht over de Masai Mara. Aangezien we hier te gast waren tussen de wilde beesten zijn we eerst veel hout gaan sprokkelen om de hele nacht een vuurtje te kunnen laten branden. De tenten naast de Landcruiser opgesteld en de tarp eroverheen want er zou wel eens een regenbui over kunnen trekken. Met de warmte van ons kampvuur hebben we het avondmaal klaargemaakt. Heerlijke stilte met af en toe een dier dat zijn aanwezigheid duidelijk wou maken. Midden in de nacht werden we wakker van de enorme regen die over ons kamp trok. De zijdelingse regen sloeg onder de tarp door en de tenten waren niet meer geheel droog. Het was een prestatie dat we in staat waren geweest om het vuur de hele nacht aan te houden maar om 3 uur moesten we toch nog even een flinke boomstronk op het vuur gooien om het tot de zonsopgang te kunnen redden.


Donderdag 19 oktober


Door de nachtelijke klusjes waren we iets minder fris in de ochtend, maar er moest weer gewerkt worden. Voor deze dag stond het opleidingscentrum voor de Rangers op het programma. Druppelsgewijs komen de patiënten binnen. Het is niet erg druk maar dat geeft ons de tijd om onze spullen alvast te sorteren, schoon te maken en weer in orde te maken voor komend jaar. Aangezien we een mooie grote ruimte hebben gekregen kunnen we makkelijk onze spullen op de tafels uitstallen. Alles netjes verpakt en gelabeld gaan de spullen de Land Cruiser weer in richting Naboisho. Bij aankomst zetten we onze 4x4 bij de staff compound en beginnen alles weer uit te laden aangezien de spullen hier in een container opgeslagen zullen worden voor volgend jaar. Maar net op de valreep zijn er nog enkele staff-leden die graag behandeld willen worden, aan het werk! Als bedankje voor onze inzet kregen we een mooie tent om de nacht door te brengen. Na een heerlijke douche schuiven we aan bij het avondeten.


 Vrijdag 20 ktober


De volgende ochtend hebben we al onze spullen een plekje gegeven in de container. Alle tassen, koffers en dozen werden gemarkeerd zodat we ze bij de start van volgend project makkelijk zouden terugvinden, aangezien de hele container vol zit met andere dozen, tassen en koffers. In de middag worden we uitgenodigd om samen met de man van de manager van Naboisho Camp een wandeling in de bush te maken. Hij is een enorme liefhebber van de natuur en weet er dan ook een zeer boeiende en leerzame tocht van te maken.


Zaterdag 21 oktober


In de vroege ochtend nemen we afscheid van Dickson en de andere staff-leden. We worden richting het oosten gereden waar we vervolgens door een ander voertuig opgepikt worden om het laatste stuk naar Nairobi af te leggen. Na de urenlange tocht vanaf de vlaktes van de Masai Mara komen we nu de met smog gevulde straten van Nairobi binnen. Onze spullen hebben we bij het hotel gedropt om even een hapje te eten voordat we de laatste nacht in Kenia zouden slapen.


Zondag 22 oktober


Weer vroeg present op de Jomo Kenyata International Airport om in te checken voor de vlucht naar Amsterdam. Na een terugreis die prima verliep kwamen weer aan op Nederlandse bodem. Voldaan kunnen we terugkijken op een geslaagd project. Op naar Project 2018!




PROJECT 2016

Verslag Project 2016 (Tanzania 16 t/m 30 oktober)


Zondag 16 oktober


Zoals elk jaar hebben we ook nu weer met het team afgesproken samen te komen op Schiphol. Joost werd met de auto afgezet, Floris met de taxi en Mart ….. Weet iemand waar Mart is? Omdat Mart vanuit Maastricht zou moeten komen had hij besloten om in een hotel nabij Schiphol te overnachten om mooi op tijd te kunnen zijn. Het idee was goed!


Na een vlotte vlucht van Amsterdam naar Arusha moesten we aanschuiven in de rij voor een visum. Elk jaar is er weer nieuwe hoop dat het dit jaar wel soepel zal verlopen, maar ook deze keer moesten we van loket 1 naar 2, naar 3 en weer even door naar loket 4. Met de juiste papieren in de hand konden we onze bagage van de band halen. Bij de douane werden we eruit gepikt. Teveel spullen in onze tassen deden de wenkbrauwen fronsen. Nu moet ik eerlijk zeggen dat de Dental Field Unit er op zo’n scanner wel redelijk dubieus uitziet, maar het ging hen eigenlijk over het feit dat ze dachten dat we spullen “importeerden” en daar moest voor betaald worden. Gelukkig stonden we in een grote open hal waardoor we Solar, onze contactpersoon van vorig jaar, zagen staan. Nadat we hem erbij hadden gehaald mochten we gaan als we een lijst zouden opsturen met wat we geïmporteerd hebben en wat we dan weer zouden “exporteren”. Wordt geregeld!


Ook Ngomelo, onze chauffeur van vorig jaar was erbij. Hij zou ons naar het huis van Joost van Asilia Africa in Usa River brengen om de nacht door te brengen. Bij Joost thuis stonden al onze spullen van het vorige project nog waar we ze achtergelaten hadden. We zijn meteen aan de slag gegaan met alles te sorteren en aan te vullen zodat we de volgende ochtend meteen aan de slag kunnen.


Maandag 17 oktober


We hebben veel op ons ‘to-do-list’ staan, dus vroeg uit de veren. Helaas hadden Ngomelo en Solar een andere planning, want pas na 3 uur wachten kwamen ze ons eindelijk ophalen. Als eerste op de agenda: handen schudden bij de Dentist Officer van Arusha. Buiten op de parkeerplaats van de kliniek ontmoetten we Dr. Samson. We kregen een heel betoog over hoe hij vond dat wij ons werk moesten doen in de bush. Daarna mochten we even zijn behandelkamer bezoeken. Ik kan u verzekeren dat de manier waarop wij in de bush werken hygiënischer is dan wat we daar zijn tegengekomen.


De volgende stap was het regelen van de permits. Solar had van te voren gevraagd of er zaken veranderd waren ten opzichten van vorig jaar en dat bleek niet het geval te zijn. Maar op het moment dat we aan het loket van de Immigration Office staan kregen we de woorden “Aaaah no everything changed this year”. Solar moest nu eerst een ‘proposal letter’ gaan schrijven die dan bij de aanvraag ingediend zou moeten worden. We hebben hem dan ook meteen op Asilia Headquarters afgezet om aan de slag te gaan met z’n brief terwijl wij de voorraden voor de komende 2 weken gingen inslaan. Na enige tijd hadden we weer met Solar afgesproken in de stad. Hij was niet in staat geweest de permits te regelen en het zou ook een tijdje kunnen duren. We besloten weer naar Usa River te gaan om vervolgens de 4x4 helemaal in orde te maken voor de trip. Voor het avondeten zijn we iets gaan eten met Ngomelo. Achteraf werd duidelijk dat Ngomelo niet zo op de prijs let als hij uitgenodigd wordt. Terwijl wij een bescheiden hamburgertje aten zat hij smakelijk z’n biefstuk weg te werken. Ngomelo slaapt bij ons, dus hoeven we morgen niet te wachten op onze chauffeur.


Dinsdag 18 oktober


6.30 en de motor draaide al. Na een douche en een krentenbol vertrekken we richting Asilia HQ. Hier gaan we onze eerste dag werkzaam zijn. Door middel van grote tenten werd er een mooie werkplek gemaakt. Compleet met wachtkamer, behandelkamer en sterilisatieruimte. Devota, werknemer bij Asilia, neem de touwtjes in stevig handen en zorgde voor de registratie van de patiënten. Tijdens de middag werden we voorzien van een warme lunch, waarna we de grote aantallen konden wegwerken. Uiteindelijk hebben we van 8 tot 18 uur gewerkt en rond de 100 patiënten geholpen.


In de schemering hebben we de kliniek opgeruimd en alle spullen ingepakt voor de volgende werkdag. In het midden van Asilia HQ hebben we onze tenten opgezet om aan onze nacht te beginnen. Maar eerst nog even wat gaan eten in een lokaal restaurantje samen met Solar. Hier wist Solar ons te vertellen dat de permits niet geregeld zouden kunnen worden, maar dat was volgens hem ook niet meer nodig ….


Woensdag 19 oktober


Vandaag wordt een transit dag. Na het pakken van de 4x4 vertrekken we richting Terat. We kregen een extra persoon in die auto die ons de komende dagen zou ondersteunen, Lucas. Na een rit van 3 uur komen we aan in een droog en stoffig dorp. Het doet ons denken aan het noorden van Kenia. Bij aankomst moeten we zoals gebruikelijk eerst bij de ‘officials’ langs. Zij hadden besloten dat we midden op het centrale plein zouden werken. Na even over het plein te slenteren leek het ons niet zo’n goede plek om te werken, bloedheet en weinig schaduw, overal afval met zwerfhonden en een markt met de gebruikelijke dronkaards. Het nieuwe gemeentehuis was nog in aanbouw maar had een prima ruimte om als kliniek te dienen. Na enige gesprekken wisten we de officials dan toch te overtuigen en mochten we de ruimte ook meteen als slaapplaats gebruiken. Na het verwijderen van de centimeter dikke stoflaag uit de kamer hebben we de kliniek alvast opgebouwd met onze tenten ernaast. Tegen de avond hebben we even een wandeling door het dorp gemaakt. Joost had zich al een paar uur wat minder goed gevoeld maar nu werd het duidelijk. Een sprintje naar een afgelegen toilethuisje was het gevolg. Met diarree, rillen en spierpijn crashte Joost zijn tent in. Gelukkig hebben we altijd een hele voorraad pillen bij ons dus met veel slaap, water en de juiste pillen kwam hij redelijk de nacht door. Slechts enkele onderbrekingen waarbij het lichaam zichzelf ‘aan het reinigen was’.


Donderdag 20 oktober


Een nacht doet wonderen en om 8 uur gooien we de deuren van de kliniek open. Opnieuw moeten we dezelfde conclusie trekken na al die jaren, of we nou in Kenia of Tanzania zitten: marktdag is geen behandeldag! Hoe zeer we dit steeds proberen duidelijk te maken aan de mensen om ons heen, toch is er tijdens elk project een dag dat de mensen het belangrijker vinden om naar de markt te gaan dan ons een bezoekje te brengen. Na enkele behandelingen zijn we over de markt gaan lopen om de aandacht te trekken in de hoop wat meer patiënten te kunnen ronselen. Aangezien het een rustige dag is hebben we besloten vandaag nog richting Arusha te vertrekken. Hiermee winnen we veel tijd en kilometers op één dag. Opnieuw hebben we de tenten opgezet in de Asilia HQ.


Vrijdag 21 oktober


Tijdens het inpakken van de 4x4 kregen we te horen dat Kenneth, de Head Dentist van de Ngorongoro District, 3 dagen met ons mee zou gaan. Wat? Hoezo? Wie? We snapte er niks van. Volgens Solar was het niet anders mogelijk om ons werk te doen zonder permits dan hem toe te laten mee te gaan. De vragen die dan meteen naar boven komen zijn dan: Waarom heeft hij genoeg tijd om ons te vergezellen en is hij niet druk zelf patiënten te behandelen? Waarom wil hij wel mee met ons en gaat hij niet op eigen initiatief de afgelegen regio’s bezoeken?


Bij Karatu pikken we Kenneth op. Hij blijkt 1 van de 2 door de overheid aangestelde tandartsen in het hele Ngorongoro gebied. Ze kunnen echter maar weinig rekenen op de steun van de overheid. Langs de grote Ngorongoro krater vervolgen we onze route naar Olmoti. Asilia heeft hier een van haar nieuwste safari kampen opgebouwd, het luxe Highlands Camp. Aangezien we er na enkele dagen in het stof niet meer als de gemiddelde safari toerist uitzagen werden we zeer discreet via de achteringang binnengeleid. Bij de personeelsvertrekken mochten we zelf even een lunch klaarmaken. Onze nieuwsgierigheid naar het nieuwe kamp was groot en we besloten even snel te gaan kijken, maar we werden al snel teruggeroepen door Lucas met de smoes dat er luipaarden en leeuwen rondlopen en dat we absoluut niet naar het kamp mogen. Na zoveel jaren Afrika worden we niet snel bang, maar de hint was duidelijk. We werden indirect gevraagd de toeristen niet lastig te vallen. Toen Lucas even minder oplettend was zijn we dan toch door het struikgewas het kamp binnengedrongen. Absoluut een mooie locatie! Aan de bar kwamen we een Amerikaans koppel tegen die na het horen van onze verhalen over de stichting ons uitnodigde voor het avonddiner. Nou, daar zeggen we niet nee tegen! Samen met Ngomelo en Lucas zijn we doorgereden naar het dorp verderop waar we de volgende ochtend zouden werken. In het schooltje hebben we alvast de kliniek opgebouwd en in een verlaten huis hebben we onze tenten opgezet. Even een fris shirt aan en terug de berg op naar onze date. Het was een zeer geslaagde en gezellige avond. Na het heerlijke eten en een drankje achteraf reden we terug naar onze slaapplaats. De nacht was bitterkoud aangezien we op 2600m verbleven.


Zaterdag 22 oktober


Aangezien we de clinic gisteren al hadden opgebouwd, konden we al vroeg aan de slag. Als eerste kwamen de leerlingen zich aanmelden. Het werd uiteindelijk een heel drukke dag waarbij we 120 mensen gezien hebben. Helaas hadden we weinig hulp van Kenneth en Lucas, maar de leraar heeft ons erg goed geholpen met het vertalen en verwoorden van de klachten. Aan het eind van de dag en na het opruimen van al onze spullen konden we Ngomelo en Lucas nergens meer vinden. Die waren blijkbaar naar het volgende dorp Aleilelai gereden om hen daar voor te bereiden op onze komst. Uiteindelijk zagen we de auto weer de berg op rijden. Bij het inpakken van de auto werden de worden “there is a problem” gesproken. We kregen te horen dat we pas morgen naar Aleilelai konden gaan omdat ze nu geen slaapplaats voor ons konden regelen. Maar hoezo dan … we slapen in tenten. Waren we niet welkom? We waren dit soort beslissingen zonder overleg meer dan zat aan het worden en gingen de discussie aan. Volgens ons hadden de Ngomelo en Lucas gewoon geen zin om naar het volgende dorp te rijden omdat ze dan niet meer zouden kunnen terugrijden naar Highlands Camp waar ze de nacht in het staff camp konden doorbrengen, zoals ze vorige nacht ook gedaan hadden. We hebben hen aangegeven dat we door dit soort fratsen veel tijd verliezen en dat we onze poot stijf houden en nú gewoon naar dat dorp vertrekken. Blijkbaar begrepen de heren dat het menens was en vertrokken richting Aleilelai. Bij aankomst was er natuurlijk geen probleem en waren we meer dan welkom om de nacht door te brengen bij de school waar we de volgende ochtend zouden werken. Al onze spullen weer uitgeladen en de tenten in een klaslokaal opgezet. Dan ook maar meteen de clinic voor de volgende dag klaargezet en aan het avond even begonnen. Toen kwamen de twee heren naar ons dat ze “hun tassen waren vergeten” en dat ze terug zouden rijden naar het staff camp. Ach ja … nu wij op de locatie zijn waar we moesten zijn hadden we geen last van het feit dat zij besloten terug te rijden naar het camp. Het was een prachtige heldere hemel waarbij de melkweg prachtig te zien was. Maar een heldere hemel betekent op 2000m ook een hele koude nacht.


Zondag 23 oktober


De heren hadden gezegd om 7 uur weer terug te zijn, maar het werd 8.30 uur. De patiënten kwamen maar druppelsgewijs binnen. Het was rustiger dan gebruikelijk en na even navragen bleek het vandaag, jawel ... marktdag! Mart en Floris hadden nog even een wandeling door het dorp gemaakt om de mensen op de hoogte te stellen maar het bleef rustig. Tussen de behandelingen door kregen we plots een telefoon van Solar. Solar gaf aan dat Kenneth ‘moeilijk’ deed. Na enige uitleg bleek Kenneth het nodig te vinden, nadat hij zich zelf heeft uitgenodigd om met ons mee te gaan, een dagvergoeding te eisen van €75 per dag en dan ook nog eens een reiskostenvergoeding van €100 terwijl wij hem hadden opgehaald en overal naar toe gebracht. Te gek voor woorden! Na veel heen en weer gebel werd het toch duidelijk dat het heer om corruptie ging. Kenneth wist dat de vergunningen nog steeds niet in orde waren en zei uiteindelijk: “You need me with you to be able to work, but you will have to pay me”. Toch nog even geprobeerd om Kenneth te laten inzien dat we een stichting zijn die kosteloze tandheelkundige zorg komt bieden en dat iedereen die met ons werkt als vrijwilliger werkzaam is en dus niet betaald krijgt. Dat interesseerde hem weinig en gaf aan dat we de volgende dag niet in Piyaya zouden kunnen werken zonder hem. Toen was de maat vol. We hebben hem duidelijk verteld dat we niet meer met hem wensen samen te werken, al deed hij eigenlijk toch al niks. We hebben direct onze spullen gepakt en met Solar afgesproken dat ze hem zouden wegbrengen richting Karatu. Kenneth wist dat we ons project in de regio van Makao zouden verderzetten en hij gaf aan dat hij een telefoontje zou plegen naar de verantwoordelijke daar dat we “zonder permits aan het werken waren”. Solar wist ons ervan te overtuigen dat de officials in Makao op de hoogte waren en er geen problemen mee hadden. Tijdens het inpakken horen we van Solar dat we Makao niet meer gaan halen die dag en dat Asilia graag als compensatie voor het “ongemak” van deze dag ons trakteert op een overnachting in het Highlands Camp. Daar zeggen we niet nee tegen natuurlijk. Heerlijk gegeten en in een prachtige cabin de nacht doorgebracht.


Maandag 24 oktober


Vroeg opgestaan en na het ontbijt klaar om aan de tocht naar Makao te beginnen. Maar we werden weer door Solar gebeld dat toch niet alles geregeld was om daar te kunnen werken. Solar vliegt naar Mwanza om daarna door te rijden naar Balindi om met de Head Medical Officer de zaken te regelen. Had Kenneth dan gebeld en voor problemen gezorgd? Bij vertrek naar Makao kregen we te horen dat eerst terug moesten rijden naar de Ngorongoro gate om Joshua op te pikken. Na lang wachten kwam Joshua achterop een motor-taxi aan. Toen we eindelijk weer op weg waren besloten de heren toch even te moeten lunchen in de staff lunchroom van de Ngorongoro Headquarters. Deze dag gaat verschrikkelijk traag voorbij aangezien we de hele tijd op iedereen moeten wachten en de planning constant onderhevig is aan veranderingen. Bij aankomst in Makao rijden we meteen door naar de chief om handjes te schudden. Hij heet ons welkom en er wordt besloten dat we de nacht zullen doorbrengen in een ‘campsite under construction’. Er staan 2 iets grotere tenten dan de tenten die we zelf hebben, dus nemen we hier onze intrek. Tegen de avond een telefoontje van Solar. Het was toch niet allemaal in orde en we moesten de volgende dag naar Bariadi rijden om handen te schudden bij de Head District Dentist. Bariadi, nooit van gehoord. Toch maar even opzoeken op de kaart om de reis te kunnen plannen. Tot onze verbazing zouden we een enorme tocht voor de boeg hebben de volgende dag, dus meteen gaan slapen.


Dinsdag 25 oktober


Om 6u vertrokken naar Bariadi. Na een tocht van 6 uur waarbij we ook nog op meerdere plaatsen even moesten stoppen om mensen op te pikken en af te zetten kwamen we aan in Bariadi. Daar hadden we afgesproken met Solar om samen naar het kantoor van deze wel héél belangrijke meneer te gaan. Na enige tijd in de gang van het hospitaaltje te hebben gewacht mochten we het kantoor binnenkomen. Een weinig zeggend gesprek volgde en we werden geacht zijn visitorsbook te tekenen. Na alle formaliteiten konden we weer in de auto stappen om opnieuw een vreselijke tocht van 6 uur te ondernemen. Tijdens de tocht terug stopte Ngomelo plots de auto in een dorpje en iedereen in de auto liep te lokale markt op. We hadden geen idee waar iedereen naar toe was gegaan maar we konden slechts blijven wachten bij de auto. Na 40 minuten kwamen de heren een voor een met boodschappen terug. Zelfs een grote 40 kilo zak maisbloem moest mee de auto in. De auto zat bomvol met mensen en goederen en we moesten nog een paar uur rijden. Bij aankomst in Makao konden we duidelijk zijn dat dit de meest zinloze dag was. Laten we nou hopen dat we morgen eindelijk gewoon weer aan het werk kunnen.


Woensdag 26 oktober


Om 7.30 vertrokken naar Mbuyuni. In een klaslokaal mochten we onze clinic opbouwen. Het werd een enorm drukke dag. 160 patiënten kwamen bij ons langs waarbij meerdere chirurgische verwijderingen met de dental field unit nodig bleken te zijn. Door de drukte waren we pas laat klaar en reden met de ondergaande zon weer richting Makao. Zoals altijd hebben we ons potje gekookt en lekker vroeg naar bed om weer op te laden voor de volgende dag.


Donderdag 27 oktober


Vandaag geen lange tocht naar de volgende locatie, maar slechts 10 min naar het ‘buurthuis’ van Makao. Het is een soort feesthal die speciaal voor ons werd opengemaakt. Makao is duidelijk een dorp waar tandheelkundige hulp nodig is. De hele dag doorgewerkt met regelmatig moeilijke behandelingen tussendoor. Om 17u hebben we de poorten gesloten en zijn we aan de grote schoonmaak van al het instrumentarium begonnen. Na alle spullen weer ingepakt te hebben voor het volgend project zijn we terug naar de campsite gegaan om de laatste dag passend af te sluiten met een biertje in het maanlicht.


Vrijdag 28 oktober


Aangezien het Joost zijn verjaardag was, hadden Floris en Mart hem gewekt met een krentenbol met 4 kaarsjes erop. Vandaag begint de terugtocht naar Arusha, maar met een tussenstop in de buurt van Karatu. Er was telefonisch een slaapplek voor ons geregeld in een lodge zodat we de laatste dag nog even konden ontspannen. Bij aankomst zouden we een ‘double en een single room’ krijgen omdat er geen ‘triple room’ was. Nou, geen probleem maar bij het openen van de deur zagen we dat de double kamer 3 bedden en de single kamer 2 bedden had. We hadden dus slaapplek voor 5 man. Aangezien we dit soort overnachtingen zelf betalen vonden we het niet nodig om hier extra voor te moeten betalen en zouden we genoegen nemen met de kamer met 3 bedden. Dit leek in ons hoofd een simpele oplossing, maar uiteindelijk zijn we uren bezig geweest met de hotelmanager om onze wens duidelijk te maken. We mochten wel met z’n drieën op 1 kamer maar dan moesten we 100% annulation fee betalen voor de andere kamer. We hadden niet veel zin meer om onze tijd te verspillen aan dit soort discussies en legden ons erbij neer. Floris wou toch nog even gaan kijken in de single room, maar nu bleken er reeds andere mensen in geplaatst te zijn. Heh? Hoezo? Dus wij betalen voor deze kamer en het hotel vangt opnieuw geld voor dezelfde kamer van een ander koppel. Nu wilden we toch wel heel erg graag met de baas spreken aangezien de manager er zich niet uit kon praten. We werden ontvangen in het kantoor van de baas. Hij begreep ons helemaal en verontschuldigde zich voor de gang van zaken. De manager werd even duidelijk verteld dat dit absoluut niet de manier was hoe gasten behandeld dienen te worden. Er werd een compromis gesloten en het werd nog een gezellige avond.


Zaterdag 29 oktober


Om 8 uur vertrokken we naar Arusha. Na een vlotte rit rijden we de drukte van de stad weer in. We besluiten meteen door te rijden naar Usa River om de spullen alvast op te slaan in het huis van Joost. Lucas en Ngomelo gaan naar de luchthaven om Solar op te halen, maar zouden ons weer op komen halen om dan door te rijden naar Arusha om de laatste zaakjes te regelen. Aangezien er blijkbaar wat vertraging was besloten we alvast de berg naar beneden te lopen. We reden naar Dr. Samson om onze export permits op te halen. Bij aankomst hebben we hem een grote zak vol met materialen, instrumenten en wat t-shirts gegeven om in het ziekenhuis van Arusha te kunnen gebruiken. We dachten dat nu ons moment daar was om nu eindelijk die export permits in handen te krijgen maar, helaas. Na 2 weken de tijd te hebben gehad, had Dr. Samson pas gisteren de aanvraag ingediend. Dan maar even schakelen en zelf iets bedenken. We hebben dan maar een soort van document opgesteld met veel stempels en handtekeningen in de hoop de douane hiermee te kunnen misleiden. Voor het ziekenhuis hebben we vervolgens afscheid genomen van Lucas en Solar. Ngomelo bracht ons terug naar Usa River.


Zondag 30 oktober


We waren bewust vroeg vertrokken naar de luchthaven in de hoop een half slapende douane beambte aan te treffen. Bij aankomst moesten alle koffers door de scanner alvorens het luchthavengebouw te mogen betreden. De twee beambten zagen natuurlijk weer iets geks op de scan (dental field unit) en kwamen even verhaal halen. Van zodra het woord viel dat we ‘dentists’ waren, begonnen ze meteen te vertellen dat ze over ons gehoord hadden en eentje deed vervolgens z’n mond wijd open. Mart dook meteen met z’n zaklamp in die mond en Joost zag z’n kans schoon om de tassen snel op een karretje te laden en stiekem weg te rollen om geen verdere vragen over de unit te krijgen. Douanecheck zonder problemen! Na een enkele uren werden we allemaal weer herenigd met onze geliefden en was het project afgerond.




PROJECT 2015

Verslag Project 2015 – Tanzania


Op zoek naar een nieuwe horizon!


Zoals elk jaar gaan de voorbereidingen voor het project al in het voorjaar van start. Tijdens deze voorbereidingen hebben we helaas enkele tegenslagen moeten verwerken. Door contact op te nemen met Robert, onze contactpersoon in het Pokot gebied, werd al snel duidelijk dat de rust nog niet was wedergekeerd in de regio. Hij heeft ons dan ook aangeraden in 2015 niet naar Noord-Kenia te komen. Dit alles had natuurlijk te maken met de problemen die ontstaan zijn in oktober 2014 (te lezen in het verslag van Project 2014). Zijn advies hebben we uiteraard opgevolgd gezien het feit dat veiligheid van het team boven alles gaat. Verder diende nu het besluit genomen te worden of er wel een Project 2015 zou komen, of dat we een andere locatie zouden moeten zoeken waar de veiligheid geen probleem zou zijn.


Ongeveer op hetzelfde moment kregen wij het zeer droevige nieuws te horen dat Bernhard Martens, onze contactpersoon in Nairobi voor het regelen van de licenties, om het leven is gebracht tijdens een overval in zijn huis. Graag wil ik nogmaals via deze weg zijn familie veel sterkte wensen bij het verwerken van dit verlies. De hulp van Bernhard Martens was cruciaal voor ons, maar ook voor vele andere hulporganisaties in Kenia.


Tijdens een vergadering is uiteindelijk de knoop doorgehakt en besloten om het project tijdelijk naar Tanzania te verhuizen. Geen gemakkelijke opdracht gezien het feit dat we geen bestaande contacten hadden in deze regio. Uiteindelijke hebben we de voorbereidingen succesvol kunnen afronden in samenwerking met Basecamp Volunteers en Asilia Africa. Verder in het verslag zal hun rol in het geheel duidelijk worden.


Team 2015:

Joost Berben

Thijs Beerepoot

Floris van de Ruit



Zondag 11 oktober


Ondanks het feit dat we het project in Tanzania zou plaatsvinden, moesten we eerst naar Nairobi. We hadden Robert gevraagd om ons instrumentarium en materialen, die bij hem thuis opgeslagen lagen na Project 2014, naar Nairobi te brengen.


Na aankomst op Jomo Kenyatta Airport werden we opgehaald door een medewerker van Asilia. Hij bracht ons naar ons onderkomen voor de nacht, waar Robert reeds op ons stond te wachten met al onze spullen. Het is altijd een prettig weerzien en al snel volgde alle verhalen over de situatie in het Pokot gebied tijdens het avondeten in een nabijgelegen Indiaas restaurant.


Aan het eind van de avond hadden we nog even alle spullen geordend en bekeken zodat alles klaar zou staan voor de tocht naar Arusha (Tanzania) de volgende ochtend.


Maandag 12 oktober


Vroeg in de ochtend en mooi op tijd stond er een chauffeur van Asilia klaar om ons naar de grens te brengen. Na het ontbijt probeerden we al onze spullen in het busje te krijgen en na enkele keren passen en meten konden we de baan op.


Asilia Africa is een Safari organisatie (www.asiliaafrica.com) die luxe reizen organiseert in Kenia en Tanzania. Joost Freijzer werkt voor Asilia en had, na het horen van de problemen in Noord-Kenia, aangeboden om te kijken wat hij zou kunnen regelen om een project van de grond te krijgen in Tanzania. Asilia probeert in hun organisatie zoveel mogelijk te werken met lokale mensen. Door het uitstippelen van een route langs enkele dorpen zou onze stichting juist deze mensen en hun families van tandheelkundige zorg kunnen voorzien.


De weg van Nairobi naar Namanga (grensovergang) is goed onderhouden en de reis verloopt dan ook vlot. Bij de grenspost ruilen we het busje om voor een 8-seater Toyota Land Cruiser. Deze 4x4 wordt door Asilia ter onze beschikking gesteld met chauffeur, Ngomelo. Eerst aan Keniaanse kant wat stempels halen en dan te voet de grens over voor het kopen van ons visum in Tanzania en de Yellow fever en “Ebola check”. Met alle juiste papieren terug naar Kenia om nu met de 4x4 de tocht naar Arusha in te zetten.


Aangekomen in Arusha hebben we een hele waslijst aan dingen die we nog moeten regelen. Als eerste op zoek naar Moses van Basecamp Volunteers. Deze organistaie beheert een database van ontwikkelingsprojecten waar iemand zich kan aanmelden om daar aan deel te nemen. Wij hebben hem gecontacteerd en hij heeft het mogelijk gemaakt dat we toestemming kregen om ons werk te doen. Verder heeft hij er ook voor gezorgd dat we naast de locaties in de Arusha regio ook enkele dorpen die Asilia heeft aangegeven van zorg kunnen voorzien.


Samen met Moses gaan we naar onze ‘volunteer permits’ aanvragen. Hiervoor moeten we $600 neerleggen, pasfoto’s gaan laten maken en onze paspoorten achterlaten. Morgen ochtend zou alles klaar liggen … Moses wist ons te verzekeren dat het wel goed kwam.


Bij Moses thuis hebben we al onze spullen uitgeladen en alvast een logische indeling gemaakt voor de start van onze eerste werkdag. Samen met Ngomelo zijn we vervolgens inkopen gaan doen bij de Nakumatt. Deze van origine Keniaans winkel is in Arusha verschrikkelijk duur. Eerst dachten we dat we fout aan het omrekenen waren van Tanzaniaanse shilling naar euro’s, maar alles was inderdaad bijna drie keer zo duur dan in Kenia. Bij een kleine apotheker hebben we onze anesthesie opgehaald en ging de zoektocht verder om matrasjes voor in de tenten te kopen. Nu we alle spullen in orde hadden voor het project ontbrak er nog 1 ding, gas. Gas is cruciaal voor het steriliseren van onze instrumenten, maar ook om ons potje te kunnen koken voor het avondeten. We hadden een gastank die gevuld moest worden, maar helaas was het van een merk dat niet erg vertegenwoordigd was in Arusha. Het simpelweg bijvullen was al helemaal teveel gevraagd. En de lege gasfles omruilen voor een nieuwe was echt een issue omdat er een ander merk stond op de verder identieke gasfles. Dit heeft ons serieus 2 uur gekost om weer met een volle fles naar Moses zijn huis te kunnen rijden.


We mochten met z’n drieën in de gastenkamer van Moses de nacht doorbrengen nadat we alvast de Land Cruiser hadden ingepakt om vroeg te kunnen vetrekken.


Dinsdag 13 oktober


Bij het uitrijden van Arusha de volgende ochtend moesten we eerst onze gids van Basecamp Volunteers oppikken. Nelson zal ons de weg wijzen naar Nguruma. Dit dorpje ligt niet ver van Arusha en de weg is goed. We komen aan bij een relatief nieuw ziekenhuisje en worden welkom geheten door de ‘head-nurse’. Hij geeft ons een rondleiding door het ziekenhuis en verdraaid …. boven de deur van een kamertje staat de tekst “Dentist”. Ja, hier was om de zoveel tijd een tandarts aanwezig en hij zou vandaag ook even komen kijken. Dit is natuurlijk niet de bedoeling. Onze stichting richt zich op de mensen die niet in staat zijn om tandheelkundige zorg te verkrijgen. Achteraf denken we dat het een soort van test / beoordelingsmoment was van de lokale overheid om te kijken hoe we ons werk uitvoeren. De tandarts (Andrew) was inderdaad regelmatig vragen aan het stellen en keek over onze schouder mee.


We kregen een mooie ruimte om in te werken en Nelson deed goed zijn werk met het vertalen van de patiënten bij het aangeven van hun problemen. Vooral vrouwen en kinderen bezoeken onze kliniek. Iedereen krijgt een tandenborstel met tandpasta na hun bezoek. Ook de knijpkatten die ook dit jaar weer door Loudmouth zijn gesponsord, worden uitgedeeld. Het wordt een productieve dag met enkele zeer lastige extracties. Het opzetten en opruimen van onze kliniek loopt na al die jaren gesmeerd en met de gedachte dat we naar het volgende dorp zouden doorrijden laden we de 4x4 weer in. Change of plans, we gaan terug naar Arusha en slapen daar in een hostel van Basecamp Volunteers. Zoals gebruikelijk wil er dan iemand meerijden en Andrew springt in de auto voor een lift naar de grote stad. Het grote verschil van dit project met alle andere jaren is dat anderen voor ons bepalen wat er gaat gebeuren. De chauffeur beslist wanneer hij een keer wil gaan rijden en de gids bedenkt dat het wel lekker is om in z’n eigen bed in Arusha te gaan slapen, dus dat wij ergens in een een hostel de nacht moeten doorbrengen. De eigen strakke planning van de jaren hiervoor heeft nu plaatsgemaakt voor het lijdzaam volgen. Dat is wennen.


Het hostel is netjes en net aan de rand van de binnenstad. Om wat te gaan eten moesten we maar een ‘klein stukje lopen’. Het bleek toch nog een aardige tocht te zijn en op de terugweg was het pikdonker. Dat hoeft niet een probleem te zijn, maar wanneer je achtervolgd wordt met de woorden “See you in heaven … or in hell!” is het een minder prettig avondwandeling. Met het geluid van de brulkikkers vallen we in het hostel in slaap.


Woensdag 14 oktober


Nu het nog kan toch maar even een frisse douche voor we de rit richting Ngorobob zouden gaan maken. Ngomelo kwam al vroeg in de ochtend aanlopen, ingewikkeld in zijn typische Masai doek tegen de frisse ochtend. Na ook Nelson opgehaald te hebben vertrokken we naar het westen. Zo ver was het niet en toen we aankwamen was het duidelijk marktdag. Op het open plein was er een enorme drukte van mensen die hun groenten of dieren aan het verkopen waren. Toen we bij de dispensary aankwamen leek het erop alsof ze ons niet echt verwacht hadden. Er werd wat moeilijk gedaan omdat ze zich verplicht voelden nu echt wat te gaan regelen. Na wat heen en weer bellen kregen we een de oude verlaten dispensary toegewezen om onze kliniek op te zetten. Het was ongelooflijk druk om ons heen, maar zoals ons ook in Kenia reeds duidelijk was geworden hadden mensen geen behoefte aan tandheelkundige zorg als het marktdag was. Op zo’n dag telde alleen zaken doen en daarna aan het bier. Slechts enkele patiënten druppelden binnen. We hebben opnieuw duidelijk gemaakt aan Nelson dat dit soort dorpjes niet onze voorkeur hebben om hulp te bieden. We waren slechts enkele kilometers verwijderd van Arusha, dus deze mensen zijn altijd in staat tandheelkundige zorg te krijgen. Nelson snapte het meteen en stond eigenlijk zelf op het punt om te vertrekken aangezien hij vond dat we niet echt welkom waren en dacht dat we op andere plekken beter werk zouden kunnen doen. Op het punt van vertrek werd aangegeven dat onze Land Cruiser omgewisseld zou worden. Hierdoor moesten we dus wachten met het weer inladen van onze spullen. Na een hele tijd wachten bleek dat er toch geen voertuigwissel zou zijn.

Na deze informatie zijn we dan ook meteen richting Likamba vertrokken na het aanvullen van onze proviandvoorraad. De rit naar Likamba was prachtig. Met een lichte stijging en door een landschap dat verscheurd werd door diepe geulen veroorzaakt door erosie, kwamen we aan in Likamba. Bij aankomst werden we welkom geheten en werd er voor ons besloten dat we de volgende ochtend werkzaam zouden zijn in de ‘rechtzaal’, een lege ruimte die soms gebruikt werd voor het oplossen van lokale geschillen. Naast het gebouw lagen de restanten van de kerk die wel opnieuw in aanbouw was. We besloten onze tenten hier op te zetten om beschutting te hebben tegen de wind die over de heuvels blies. Vervolgens was het tijd om te eten na een lange dag. In het donker bereidde we een pasta en deelde het met Nelson, Ngomelo en wat oudere heren die zich bij ons hadden gevoegd. Ngomelo was helaas nog niet zo bekend met de manier van het vasthouden van een mess-tin. Het handvat heeft een scharnier waardoor zijn bakje nog voor z’n eerste hap dichtklapte en alles op de grond viel. Gelukkig was iedereen bereid zijn bakje weer bij te vullen.


Donderdag 15 oktober


Het was een onderbroken nacht geweest. De honden in de omgeving gingen wild tekeer nadat we in onze tent waren gaan liggen. Al vroeg hebben we in het naastgelegen gebouw de kliniek opgebouwd. Tegen dat tijd dat de eerste patiënten aankwamen kregen we ook bezoek van Mechteld en Mikky. Zij studeren in Eindhoven, maar hebben zich samen opgegeven voor een stage van 6 maanden in de regio van Arusha. Ze waren erg onder de indruk van onze werkzaamheden en hebben ons tijdens de behandelingen geassisteerd. Aan het einde van de dag werden we gedwongen om onze dental field unit aan te sluiten aangezien een kies chirurgisch verwijderd diende te worden. Na een geslaagde dag gingen we er vanuit dat de onze tocht richting het westen verder zouden zetten, maar na al die jaren weten we dat plannen steeds aan veranderingen onderhevig zijn. Omdat we afscheid zouden nemen van Nelson van Basecamp Volunteers en het project verder zouden zetten met Solar van Asilia Africa, moesten we toch terug naar Arusha. Bij aankomst bleek Solar nog niet terug in Arusha te zijn. Er werd opnieuw even geopperd om van 4x4 te wisselen, maar ook deze dag zou het niet plaatsvinden. We besloten onze tenten op te zetten op het Asilia hoofdkwartier zodat we de volgende ochtend snel de stad uit kunnen vertrekken. Die avond hebben we Nelson thuis afgezet en bedankt voor zijn medewerking. Aangezien we nu toch weer in de stad waren, besloten we af te spreken met Mechteld en Miki om ergens een hapje te gaan eten. Ngomelo bracht ons naar het rendez-vous punt. Na een geslaagde avond kropen we onze tenten in om vervolgens opnieuw geen oog dicht te doen door blaffende honden, dreunende disco’s en jawel … nachtelijke drilboren.


Vrijdag 16 oktober


Om 05:15 op om de auto klaar te maken voor de tocht richting de Serengeti. Eerst moesten we het huis van Solar zoeken om zijn matras en reistas op te halen, want die lagen nog niet op het hoofdkantoor. Na enkele uren komen we aan bij de Ngorongoro krater. Toch maar even uitgestapt om de benen te strekken en van het prachtige uitzicht te genieten. Er stonden nog aardig wat kilometeres op de planning, dus Ngomelo gebood ons weer verder te reizen. Na een stoffige rit kwamen we uiteindelijk bij de oostgrens van de Serengeti waar we een Land Cruiser zagen staan. De voertuigwissel waar nu al enkele dagen over gepraat werd was nu een feit. In de brandende zon moesten we al onze spullen gaan overladen in een 4x4 die net effe iets anders was ingedeeld en net wat kleiner was. Uiteindelijk lukte het en konden we verder rijden met onze nieuwe chauffeur , Joshua. Ngomelo reed vervolgens weer helemaal terug naar Arusha. Na uiteindelijk 8 uur kwamen we aan in Piyaya. Bij aankomst in dit Masai dorp, hebben we een rondje gelopen om te laten zien dat we waren gearriveerd en om even te kijken waar het best onze kliniek en tenten zouden kunnen opzetten. Onze keuze was gevallen op het schooltje. In de schaduw van de bomen op de speelplaats hebben we onze tenten neergezet. Niet veel later werd het dorp in de duisternis gezet door een enorme zandstorm. Bij het wegtrekken van de gelige stofwolken zijn we gestart met alvast het klaslokaal ter onze beschikking klaar te maken voor de werkzaamheden van de volgende dag. In de schemering werd de pot op het vuur gezet en konden we voldaan van de invallende avond genieten.


Zaterdag 17 oktober


Om 06:00 werden we gewekt door de schoolbel. Aangezien de Masai een semi-nomadisch volk is verblijven veel kinderen hier permanent op school. De eerste bel was dus om de kinderen van de ‘boarding school’ te wekken. Na het standaard ontbijt van enkele koekjes en wat water zijn we aan de slag gegaan. Het was een drukke dag waarin veel uiteenlopende problemen aan bod kwamen. Het meest vreemde was toch de dame die klaagde over tandpijn in de gehele mond. Na haar uitleg werd duidelijk dat iemand haar had verteld dat ze om tandsteen tegen te gaan haar mond moest spoelen met accuzuur. Zei ze dit echt of was di een foutje in de vertaling? Nee, het was echt accuzuur. We zien wel vaker in dorpjes waar het druk is dat na het opruimen er toch altijd wat mensen langskomen. In Piyaya was dat niet anders. Onder het motto ‘we zijn er nou toch’ gooi je de koffers dan maar weer open en worden ook de laatste hulpbehoevende geholpen. Nu het écht klaar was liepen Thijs en Floris nog even een rondje door het dorp. Zij werden bedankt voor onze hulp en hadden al snel een grote groep kinderen om zich heen die hen helemaal tot bij de tenten volgden. ’s Avond voor de tent werden we omringd door prachtig gezang. De kinderen in het internaat waren samengekomen om mooie traditionele liederen te zingen en zo, ondanks hun opleiding, toch in contact te blijven met hun afkomst.


Zondag 18 oktober


Om 06:00 vertrokken we naar Mbalibali. Een tocht van 6 uur door de Serengeti. Hoewel we hier niet gekomen zijn om de ‘Big Five’ te zien is het toch mooi meegenomen als je tijdens een lange toch naar deze prachtige dieren kan kijken. Leeuwen, cheeta’s, allerlei soorten bokjes, gnoes en nijlpaarden passeerden de revue. Via Mugumu komen we aan in Mbalibali. Daar werden we welkom geheten op het erf van de burgemeester. We zochten een mooi plekje naast het huis uit, maar werden al snel gedwongen de tenten te verplaatsen aangezien het enorm begon te regenen. Er was meer regen verwacht en we zouden Mbalibali gebruiken als basiskamp waarvanuit we naar andere dorpen zouden rijden. Daarom leek het ons verstandig onze tenten onder het afdak van de woning van de burgemeester te plaatsen. Deze ruimte werd voor ons vrijgemaakt van een enorme stapel brandhout zodat wij droog de nacht konden doorbrengen. Nu al het hout buiten opgestapeld lag werd er al snel een kampvuur aangemaakt. De rustgevende vlammen en het typische geknetter van het vuur werden helaas tenietgedaan door de flatscreen TV die vervolgens buiten werd gezet zodat ook de buren het nieuws zouden kunnen horen. Het waren de laatste dagen in aanloop naar de verkiezingen dus alles werd op de voet gevolgd door onze gastheer. Voor ons avondeten hadden we gevraagd of we ergens wat groenten konden kopen. De zoon van de heer des huizes kwam vervolgens met 4 courgettes terug van elk 3kg. Enorm! Een halve courgette werd uiteindelijk door de pasta verwerkt en de overige kilo’s hebben we maar aan de buurvrouw gegeven die het wel kon gebruiken.


Maandag 19 oktober


Vandaag stond Merenga op het programma. Een vieze dispensary met overal muizenkeutels en waar letterlijk de vleermuizenstront uit de dakconstructie naar beneden viel. Het was dus een uitdaging om al onze spullen schoon te houden en ook te werken zonder zelf het doelwit te zijn van de vallende keutels. Ook hier was een hoge opkomst met meerdere moeilijke gevallen. Solar had een grote doos gedoneerde leesbrillen met verschillende sterktes meegenomen die hij hier aan de oude mannen en vrouwen aan het uitdelen was. Ook hier was het weer zo dat bij het opruimen er in één keer weer 10 patiënten voor de deur staan. Alsof er gewacht wordt tot alles opgeruimd is om dan toch de moed te verzamelen en dan op de deur te kloppen. Na deze drukke dag zeiden we op de terugweg naar Mbalibali dat een koud biertje wel zou smaken. Onze chauffeur, Joshua, gaf aan dat hij dat wel kon regelen want in het volgende dorpje was er koud bier? We keken elkaar aan en vroegen ons af welk dorpje dat dan wel zou zijn. Don’t worry … it isn’t far! Uiteindelijk drong het tot ons door dat hij helemaal terug naar Mugumu aan het rijden was in de gietende regen. Dit was natuurlijk niet onze bedoeling geweest, maar hij smaakte wel. Bij thuiskomst in Mbalibali stond de geit voor het avondmaal van morgen al klaar. Het was nu al te laat om er nog aan te beginnen, maar een mooi stukje vlees was een goed vooruitzicht.


Dinsdag 20 oktober


Deze dag is Machochwe aan de beurt. Een mooie dispensary met uitzicht op de Serengeti en de migrerende gnoes. Veel standaard extractie deze dag, maar toch weer aan het eind de dental field unit moeten gebruiken voor een chirurgische verwijdering. De nurses vonden het de hele dag al enorm interessant dus kwamen vaak een kijkje nemen, maar bij de laatste patiënt stonden ze er allemaal omheen met hun mobiel in de hand om alles vast te leggen. Bij de dankwoorden en het afscheid werden we geattendeerd op hun ‘verlanglijstje’. Die hoofdlamp was toch wel heel handig en de latex handschoenen kwamen ze eigenlijk ook te kort. We hebben hen uiteindelijk bedankt met T-shirts, knijpkatten en een doos handschoenen. Op de terugweg was het opnieuw aan het regenen en bij thuiskomst werden we ontvangen voor het avondmaal. Er was een geit geslacht en de mooie stukken vlees lagen te braden op het vuur. We waren zeker niet alleen want elke man met een beetje status schoof aan rond het kampvuur. Toen het vlees verdwenen was waren er blijkbaar nog enkelen met een knorrende maag want de haan die nog enkele seconden vrolijk over het erf liep werd van zijn veren ontdaan en ging ook de rooster op. De hulp van de burgemeester, John, had blijkbaar vuurvaste handen. Hij nam zonder ook maar één spiervertrekking in het gelaat elke keer het rooster van het vuur met zijn blote handen om te kijken of het vlees al gaar was.


Woensdag 21 oktober


Vandaag zouden we niet ver hoeven te reizen. Op nog geen 200 meter van onze slaapplaats stond naast de oude dispensary van Mbalibali een gloednieuw gebouw. Blijkbaar waren ze nurses toch gehecht aan het oude gebouw aangezien het nieuwe gebouw nooit in gebruik genomen was, tot vandaag. In de grootste ruimte hebben we vervolgens de kliniek opgebouwd en de patiënten liepen vlot binnen. In de kleine dispensary was het blijkbaar baby-spreekuur waardoor veel jonge moeders na hun bezoek ook bij ons even binnensprongen. Op gegeven moment werden we geconfronteerd met een patiënt waarbij een grote zwelling in de mond zichtbaar was. Zowel aan de tong- als aan de wangzijde was een zwelling waarneembaar ter grootte van een kiwi. De patiënt gaf aan er al jaren last van te hebben doordat het zijn dagelijks leven bemoeilijkt. Wat de uiteindelijke diagnose was zou enkel met pathologisch onderzoek achterhaald kunnen worden, maar het leek ons op dat moment een gesteeld fibroom te zijn. In eerste instantie leek het ons beter deze patiënt door te verwijzen voor verdere behandeling naar een ziekenhuis gezien de verhoogde kans op bloedingen, maar hij gaf al snel aan dat dat financieel niet zou lukken. Uiteindelijk werd er besloten dan toch maar in onze kliniek de zwelling te verwijderen. Na het wegsnijden van de twee delen van de zwelling viel de bloeding in eerste instantie nog mee. Na het verwijderen van de twee premolaren midden in de zwelling, die verder zeer mobiel waren, kwam er pas een flinke bloeding opzetten. De mond van de patiënt vulde zich sneller dan gebruikelijk met bloed waardoor het al snel duidelijk was dat we alles uit de kast moesten trekken om de bloeding te stelpen. Met speciale sponsjes en gaasjes lukte het uiteindelijk om de situatie stabiel te krijgen, maar van zodra de gaasjes verwijderd werden ging het weer bloeden. Uiteindelijk heeft deze patiënt uren langs ons op een stoel gezeten om hem in de gaten te houden. Aan het einde van de dag was de bloeding gestopt en kon hij naar huis. We hebben hem wel gevraagd zich de volgende dag te melden om de situatie nog even te beoordelen. Na de middag werd het wat rustiger. Ngomelo had de opdracht gekregen naar Mbalibali te komen om weer een autowissel te doen, dus tussen de patiënten door hebben we de onze Land Cruiser weer helemaal leeggehaald. Er restte ons niets anders dan op Ngomelo te wachten om alles weer een plekje te geven in de nieuwe 4x4. Toen we de laatste patiënt hadden behandeld, was het niet nodig om de kliniek op te breken aangezien we de volgende dag weer op dezelfde locatie zouden werken. Bij aankomst stond er weer een geit klaar om geslacht te worden als bedank voor onze geboden diensten. De kinderen uit de buurt verzamelden zich met ons om het kampvuur heen, terwijl we smakelijk het geroosterde vlees opaten. In de nacht werden we wakker gemaakt door lawaai wat leek op een feest in het dorp. Later bleek het geen feest te zijn maar het lawaai van de dorpelingen die een kudde gnoes aan het verjagen waren die besloten had hun grote trek dwars door het dorp te laten plaatsvinden.


Donderdag 22 oktober


Weer een dag in Mbalibali met goede opkomst. Even viel de toestroom tegen maar dat kwam omdat het opnieuw hevig begon te regenen. De patiënt met de hevige bloeding van gisteren was nog niet opkomen dagen zoals gevraagd. De nurse heeft vervolgens z’n motor gepakt om hem te gaan zoeken. Na een uurtje of twee meldde hij zich bij ons. Hij was alweer aan het werk in het veld en vond dat alles prima ging. De wonde zag er inderdaad keurig uit en hij gaf aan zeer tevreden te zijn dat we hem hebben kunnen helpen. Na de middag werd het rustiger en besloten we alvast onze spullen te pakken om richting Sayari Camp te rijden. Tijdens het opruimen dacht Thijs dat het een goed idee was om een wespennest dat in de hoek van het raam zat even een por te geven. Het resultaat was dat Joost werd aangevallen en midden op zijn voorhoofd gestoken werd … pijn! Bij het verlaten van Mbalibal rijden we weer de Serengeti in. Hier kwamen we de restanten tegen van de kudde gnoes die gisteren nacht het dorp op z’n kop hadden gezet. Na een prachtige tocht kwamen we aan bij het kamp. Zoals eerder beschreven is Asilia Africa een safaribedrijf dat luxe reizen organiseert in Kenia en Tanzania. Na de afgelopen weken in ons tentje te hebben geslapen, kregen we elke een luxe tent met bed, douche en een prachtig uitzicht toegewezen. Asilia Africa had hun medewerkers en hun families maar ook de medewerkers van omliggende safariorganisaties aangegeven dat we de volgende dag onze diensten zouden aanbieden in het kamp.


Vrijdag 23 oktober


Na een heerlijke nacht met af en toe het geluid van een nijlpaard die door het kamp struint, zijn we de kliniek gaan opbouwen in een safaritent in het personeelsgedeelte van het kamp. De patiënten kwamen maar druppelsgewijs binnen, misschien omdat ze eerst kun taken aan het doen waren in het kamp. Tussen de patiënten door hebben we dan alvast ons instrumentarium gereinigd, geteld en gesorteerd. Tegen de middag werd het weer wat drukker. Dit keer konden we eens echt lunchen in plaats van de droge koekjes die we gebruikelijk eten. Maar ook konden we voor de verandering een duik in het zwembad nemen. Na de lunch hadden er zich weer wat patiënten voor de tent verzameld. Zoals al meerdere keren was voorgekomen tijdens dit project sloten we ook deze dag af met een chirurgische extractie waarbij de dental field unit geïnstalleerd moest worden. Dit was onze laatste werkdag dus alle spullen werden geïnventariseerd en ingepakt. We werden getrakteerd op een heerlijk avondmaal. Ook deze avond kregen we een bezoek van de nijlpaarden die vanuit de Mara rivier het land introkken. Het is altijd prettig om aan het eind van een project even te kunnen ontspannen, maar het verblijf in Sayari Camp was natuurlijk van een heel andere orde dan de verblijfsplaatsen in het noorden van Kenia.


Zaterdag 24 oktober


Om 05:30 werden we opgepikt aan de tent om te vertrekken richting Arusha. Dit betekende dat we langs de oostkant dwars door de Serengeti zouden rijden om opnieuw langs de Ngorongoro krater te komen. Bij het binnenrijden van Karatu merkte Ngomelo dat er iets aan de hand was met het rechtervoorwiel – de rem was vastgelopen. In een kleine werkplaats langs de weg en na 1,5 uur sleutelen konden we weer de weg op. Uiteindelijk kwamen we na een rit van 12 uur aan bij Joost, onze Nederlandse contactpersoon binnen Asilia, in Usa River. Hij was zo vriendelijk om ons te laten overnachten in zijn huis en om een ruimte ter beschikking te stellen voor de opslag van onze spullen. Na een hapje en een drankje toch maar op tijd naar bed aangezien we om 03:30 alweer richting de luchthaven moesten vertrekken.


Zondag 25 oktober


Vanaf Kilimanjaro Airport namen we eerst een lucht naar Nairobi om daar de aansluiting te vinden naar Amsterdam. Op naar huis!


Hoewel het een totaal andere ervaring was dan de voorbijgaande jaren in Kenia kunnen we terugkijken op een geslaagd project In Tanzania, mede mogelijk gemaakt door de hulp van Basecamp Volunteers en Asilia Africa. Vanaf het begin was het ondanks de planning elke dag maar weer afwachten wat ons te wachten stond. Het aantal patiënten dat we met onze tandheelkundige zorg hebben kunnen bereiken is vergelijkbaar met de projecten in Kenia. De dorpen die we bezochten leken in eerste instantie minder hulpbehoevend dan de traditionele dorpen in Noord Kenia, maar dit is een misvatting die al snel ontstaat door de gedachte dat deze dorpen meer ‘verwesterd’ zijn. Helaas blijft ook in deze dorpen van vooruitgang goede (tandheelkundige) zorg achterwege.



PROJECT 2014


VERSLAG PROJECT 2014 (12 T/M 26 OKTOBER)

WEST SAMBURU EN EAST POKOT


Naast de gebruikelijke werkzaamheden ter voorbereiding op het project, werd dit jaar de lokale media extra aandachtig in de gaten gehouden. Door de aanhoudende droogte in het noorden van Kenia was het vanaf maart 2014 zeer onrustig in dit gebied. Door gebrek aan water, voedsel en graslanden voor het vee gaan de nomadische volkeren zoals de Samburu, Turkana en Pokot rondtrekken om te kunnen overleven. Dit betekent dat er tijdens dit soort periodes veel ‘clashes’ en ‘cattle raids’ plaatsvinden. Helaas gaat dit gepaard met veel geweld.

Hierdoor hadden we besloten om het oostelijke gedeelte van de Samburu regio niet aan te doen dit jaar. Dit leverde een extra probleem op, aangezien we aan het eind van vorig project onze spullen in Wamba hadden opgeslagen. We hadden dan ook voor ons vertrek geregeld dat de eigenaar van de Sunbird Guesthouse onze spullen zou gaan ophalen en voor ons in Maralal opslaan. De veiligheid van het team staat steeds centraal en daarom werd dit jaar voor het eerst besloten om kogelwerende vesten mee te nemen. Natuurlijk is dit niet een vrijbrief om een onveilig gebied in te gaan, maar het noorden van Kenia is erg onvoorspelbaar waardoor het het ene moment volkomen rustig kan zijn en plots alles kan omslaan. Het geweld zal waarschijnlijk niet op ons gericht zijn, maar daar hebben we weinig aan als we er tussenin zouden komen te zitten.


Dit werd helaas zeer duidelijk enkele weken na thuiskomst toen in een artikel de situatie in Pokot geschetst werd (http://www.nation.co.ke/news/Little-to-show-for-operation-in-Kapedo-one-month-later/-/1056/2547694/-/wt218wz/-/index.html). In het projectverslag hieronder kunt u lezen over een incident bij Kapedo tijdens onze aanwezigheid. Dit incident zou enkele dagen na ons vertrek een verschrikkelijk gevolg krijgen. Er heeft een slachting van 19 politieagenten plaatsgevonden en het gebied waar we werkzaam waren is nu veranderd in een gemilitariseerde zone met harde vergeldingsacties. Onze contactpersoon Robert was lange tijd niet meer bereikbaar. Na hem uiteindelijk op tweede Kerstdag telefonisch gesproken te hebben bleek hij een maand vastgezeten te hebben op verdenking van medeplichtigheid, terwijl hij werkzaam is voor de overheid maar ze zoeken natuurlijk naar een zondebok. Hij sprak over een moeilijke tijd waarbij “torture” niet geschuwd werd. Nu dit geweld zo dichtbij komt zullen we onze conclusies moeten trekken over de veiligheid voor Project 2015 en moeten we ons afvragen of een project überhaupt nog mogelijk is in deze regio.


Het ADA-team bestond dit jaar uit Maurits de Ruiter, Floris van de Ruit en Joost Berben. Opnieuw werden we bijgestaan door onze contactpersonen ter plaatse; Chief Robert Kanyakera en Dr. Edward Lolokuru. De twee weken van het project werden getypeerd door de hevige regenbuien die losbarstten in de avonduren. Hierdoor hebben we regelmatig onze planning moeten omgooien om zo toch ons project zo effectief mogelijk te volbrengen.



De reis van dag tot dag


Zondag 12 oktober:


Aangezien alle teamleden in Utrecht wonen, konden we samen naar Schiphol rijden. Elk jaar hebben we wel een bepaald stuk bagage in te checken dat iets meer aandacht vergt. In 2014 heeft de stichting een mobiele, lichtgewicht tandartsstoel (Medical Mate) aangekocht. De afmetingen van deze stoel vallen net buiten de normale kofferafmetingen van KLM waardoor de stoel ingecheckt zou moeten worden als “odd size”. Dit zou echter betekenen dat het €300 zou kosten om de stoel mee naar Nairobi te krijgen. Dit leek ons erg zonde en zijn dus een hele tijd bezig geweest om van alles en nog wat te verzinnen om de stoel gratis mee te krijgen. Nee, helaas … de luchtvaartmaatschappij wenste niet mee te werken. Toen hebben we contact opgenomen met “Luchtvaart Zonder Grenzen”. Zij wisten het helemaal kosteloos te regelen voor ons met zelfs nog 1 extra koffer de man.

Na het afscheid van onze dierbaren in de vertrekhal en alle koffers ingecheckt, gingen we richting de paspoortcontrole. Nog even een hapje eten en klaar voor de vlucht van 8 uur naar Nairobi. Bij aankomst konden we elk redelijk vlot ons visum regelen, maar het wachten op de bagage duurde eindeloos. Na 2 uur naar een lege bagageband staren konden we eindelijk onze koffers op de trolley gooien en opzoek gaan naar de taxi. Maar … daar dacht de douanebeambte anders over. Van alle koffers die op de trolleys gestapeld lagen pakt hij precies die ene tas eraf met de drie kogelwerende vesten. Probleem! Wie dachten we wel dat we waren om zonder een vergunning dit soort vesten mee het land in te nemen. Na veel uitleg en complimentjes werd de toon al iets vriendelijker, maar het veranderde niets aan het feit dat we een vergunning moesten hebben. Kogelwerende vesten vallen in Kenia onder de “Firearms Act”. De vesten zouden daar in opslag blijven tot wij een vergunning konden voorleggen. Dat zou een klus voor morgenvroeg worden, dus nu eerst naar het hotel. In het hotel stond Robert ons op te wachten. Gezien onze late aankomst in het hotel was de terreinwagen, net als vorig jaar, helaas alweer vertrokken. Ook een klus voor morgen. Dan maar vroeg naar bed.


Maandag 13 oktober:


Om 7 u aan tafel voor het ontbijt, maar 15 minuten later stond de huurauto voor de deur. Samen met Robert is Joost ingestapt om naar het kantoor te rijden voor het afhandelen van het papierwerk. Omdat we zo plotseling vertrokken waren hadden Floris en Maurits geen idee waar we zaten of hoe lang we weg zouden blijven. De 4x4 was de eerste klus die geklaard werd.

Nu moesten nog de vergunningen geregeld worden. Dit bleek helaas minder routinewerk te zijn. Eerst moesten we naar het hoofdkantoor van de politie. De man die ons kwam ophalen met de 4x4 bood aan ons wel even te brengen. In het drukke verkeer reed hij, net zoals iedereen om hem heen, door het rode licht. Plotseling sprongen er 2 verkeersagenten voor de auto en dwongen hem te stoppen. Luid roepend deden ze de portieren open en namen ze plaats op de achterbank. Nog harder roepend probeerden zij hem duidelijk te maken dat ze hem voor de rechter zouden slepen. Natuurlijk greep de brave man achter het stuur snel in zijn broekzak, op zoek naar zijn lunchgeld. Nadat enkele geldbiljetten van eigenaar verwisseld waren stapten de agenten uit en konden we doorrijden. Op het hoofdkantoor werd ons verteld dat we aan de andere kant van de stad moesten zijn bij de Firearms Department. Vanaf hier zouden we zelf rijden om op zoek te gaan naar dit kantoor.

Eenmaal aangekomen werden we door een zeer zure agent binnengehaald. Zijn veel vriendelijkere collega, Phillip, bleek meer van ons verhaal te snappen en vroeg of hij ons verder mocht helpen. Hij besloot, in onze naam, een nette brief te schrijven naar de chief van de Firearms Department om een vergunning aan te vragen. De chief was wat later op deze maandag ochtend, maar hij zou elk moment kunnen komen. Samen met Robert zat Joost in een kleine stoffige kamer te wachten op zijn komst. Na enige tijd werden we zijn kantoor ingeroepen, een overvol bureau met daarachter een grote pompeuze stoel en 2 TV’s. Eentje met het nieuws en een andere met een of andere muziekzender met constant halfnaakte vrouwen in beeld. Hij kwam meteen fel uit de hoek met te zeggen dat het niet zou lukken, onmogelijk! Toch maar weer ons verhaal verteld en natuurlijk de gebruikelijke complimentjes gegeven om de situatie wat vriendelijker te maken. Het werd inderdaad een stuk amicaler en we hebben zelf steeds oplossingen voorgesteld tot we uiteindelijk hadden wat we wilden. We zouden eerst een import clearance krijgen om de vesten op te halen op de luchthaven. Vervolgens moesten we de vesten komen laten zien bij de Firearms Department, waarna we een tijdelijke vergunning zouden krijgen. Maar, over 2 weken zouden we opnieuw moeten langskomen om ze te laten zien en om een export clearance te krijgen. Helaas zou dan het kantoor gesloten zijn … maar gelukkig bood de aardige agent Phillip aan om op zijn vrije dag het papierwerk te komen regelen.

Na het uitvoeren van al deze stappen, met veel stempels en papieren, konden we eindelijk om 13u onze tocht naar het noorden beginnen. Net voordat we Nakuru binnenreden gingen de hemelsluizen open. De dodelijk inhaalacties van de auto’s om ons heen werden er door het slechte zicht niet minder op. Af en toe werd er aardig met de billetjes geknepen. Ondanks het slechte zicht hebben we gelukkig toch nog een boomstam weten te ontwijken die van de auto voor ons was gevallen. In de Nakumatt supermarkt hadden we al onze levensmiddelen ingeslagen en zijn we meteen weer verder gereden richting Nyahururu aangezien het gevecht tegen de klok reeds lange tijd geleden begonnen was. Nog vele kilometers te gaan en in Kenia gaat het ‘licht’ om 19u uit. De weg was in verschrikkelijke staat, asfalt met overal diepe kuilen. We hadden al af en toe gemerkt dat de auto vreemde geluidjes maakte. Eenmaal in het donker aangekomen in Nyahururu, konden we de auto na het tanken maar moeilijk starten. Dit zijn geen prettige bevindingen wanneer je nog de laatste 160 kilometer onverhard, en in het donker moet afleggen. Toen we wegreden wist Robert te vertellen dat hij de weg van Nyahururu naar Maralal eigenlijk niet zo goed kende, dus is Maurits voorin gaan zitten om te navigeren op de GPS. Het was erg prettig om de GPS gegevens erbij te hebben want het was pikkedonker en aan de lampen van de auto hadden we ook niet zoveel. Om 00.30 haalden we onze eindbestemming, de Sunbird Guesthouse in Maralal. Al onze tandheelkundige spullen zouden hier opgeslagen zijn, maar dat kwam de volgende dag wel weer.


Dinsdag 14 oktober:


Heel vroeg uit de veren om onze opgeslagen spullen in ontvangst te nemen en te sorteren. Nu moesten we nog alle spullen in de auto krijgen, laadbak volgooien en de grote spullen op het dak binden. Robert moest terug naar Nginyang (Pokot) om, naast zijn gebruikelijke bezigheden als chief, nog enkele zaken te regelen met de gouverneur voor onze komst. Aangezien we gisteren startproblemen hadden, besloten we maar eens even te checken of het nu ook zou lukken. Nee … niks! Het is geen fijne start van een project als het enige vervoersmiddel wat je hebt het laat afweten. Meteen zijn we gaan rondvragen naar een mecanicien. Schuin tegenover de Sunbird Guesthouse zat een kleine garage. De mecanicien kwam zeer professioneel over en wist ons te vertellen dat er een snaar van de motor mistte (vandaar het piepende geluid op de weg naar Maralal) waardoor de accu’s niet meer opgeladen werden. Hij is meteen aan de slag gegaan en 2 uur later konden we de auto weer starten. Het ratelende geluid werd volgens hem veroorzaakt door een gescheurd rubbertje bij de ‘clutchfork’, waardoor er steentjes heen en weer ratelden.

In de tussentijd was Edward gearriveerd. Hij bracht ons het nieuws dat we eerst bij de Chief of Health voor goedkeuring van het project langs moesten. Dat we hier en daar handjes moeten schudden is niet nieuw, maar om ‘goedkeuring’ gaan vragen was voor het eerst. Het heeft blijkbaar allemaal te maken met de veranderingen in het overheidssysteem. Deze veranderingen hebben vooralsnog enkel ervoor gezorgd dat zaken nog moeilijker te regelen zijn en het systeem dus nog slomer functioneert. We gingen dus naar het District Hospital om de chief te ontmoeten, maar hij was niet aanwezig. Hij zou over 1,5 uur weer op kantoor zijn. Het werd ons nu wel duidelijk dat de eerste geplande werkdag door dit soort vervelende situaties niet zou plaatsvinden zoals wij hem in gedachten hadden. Eerst dus nog even de tijd gedood met het halen van diesel, benzine en nieuwe onderdelen voor de snelkookpan. Ja, die was weer zoals in 2012 ontdaan van het ventiel en rubberen ring waardoor hij onbruikbaar wordt. Uiteindelijk de chief te pakken gekregen. Even een praatje over hoe alles geregeld had moeten worden en hoe we het volgend jaar moeten doen, handtekeningen zetten, handjes schudden en dan eindelijk aan de slag … nee. Edward had verontrustend nieuws gehoord over Loosuk en Lolmolog, de twee dorpjes waar we zouden werken. Hij moest eerst de toestemming krijgen van de lokale chief om naar de dorpjes af te reizen. Om 17u kwam het definitieve nieuws. Naar Lolmolog mochten we zeker niet meer afreizen omdat daar net 2 dagen geleden een ‘cattle raid’ was geweest. Dit gaat meestal gepaard met wraakacties, maar natuurlijk niemand weet wanneer deze zullen plaatsvinden. De chief wou dus absoluut niet dat we daar in de buurt zouden komen. Loosuk was een ander verhaal. Daar was ongeveer een week daarvoor een raid geweest, maar daar mochten we wel naar toe om te werken. We mochten echter niet blijven slapen en moesten voor het donker weer weg zijn. Dit betekende dat het een zeer frustrerende en verloren dag was. Die avond hebben we onze tenten opgeslagen naast het huis van Edward. Zijn vrouw had voor ons gekookt waardoor wij even rustig te tijd hadden om de dag te bespreken en ons dagboek bij te houden.


Woensdag 15 oktober:


Gaat het nu echt beginnen? We waren helemaal klaar voor onze eerste werkdag in Loosuk. De tenten konden we laten staan aangezien we niet daar mochten blijven slapen en dus noodgedwongen weer naar Maralal zouden moeten terugkeren. Na een rit van ongeveer een uur kwamen we aan bij Loosuk Dispensary. Simon, de conciërge, stond ons al met zijn eigen African Dental Aid T-shirt op te wachten en bruiste weer van energie. Samen met hem hebben we onze kliniek opgebouwd en konden we al snel aan de slag. De dag begon met het controleren van enkele schoolklassen. De leerlingen die behandeld dienden te worden moesten plaatsnemen op het bankje en de rest kon weer de les gaan volgen. Naast de schoolkinderen was er ook een goede reguliere opkomst. Om 18u moesten we van de chief weer vertrekken, maar we hebben die dag aardig wat werk weten te verzetten. Toen alles opgeruimd en ingeladen was werd ons gevraagd nog even te wachten om even kennis te maken met de nieuwe head-nurse, die op dat moment een bevalling aan het begeleiden was. De nurse kreeg een T-shirt van de stichting en een knijpkat als afscheidscadeau voordat we onze tocht terug naar Maralal konden starten. Opnieuw hoorden we vreemde geluiden onder de motorkap. We begonnen steeds meer te twijfelen aan de staat van de auto. Vooral omdat dit precies dezelfde auto was als de auto die aan het eind van het project in 2012 in brand vloog! Toch Maralal weer gehaald en toen aan het koken geslagen. Aangezien het houdbare vlees in Keniaanse supermarkten niet echt smakelijk genoemd kan worden, hadden we rookworsten meegesmokkeld vanuit Nederland om door de pasta de doen. Wat een verwennerij! In het donker werd onder het genot van een biertje de dag geëvalueerd. Een succesvolle eerste werkdag, bleek de conclusie.


Donderdag 16 oktober:


Omdat we de route in Samburu verkort hadden door de veiligheidsproblemen, moesten we vandaag de tocht van het Samburu gebied (Maralal) naar het Pokot gebied (Loruk) maken. Dit blijft altijd een spannend stuk om te rijden omdat van de +/- 160 kilometer meer dan de helft door ‘niemandsland’ gaat. Dit is precies de regio waar de clashes tussen de Samburu en Pokot plaatsvinden. Naast deze gedachte speelde ook het feit dat hevige regens van deze weg een nachtmerrie kunnen maken.

Om 9 u alles ingeladen en met volle tank vertrokken. De reis verliep gelukkig voorspoedig. De weg leverde geen problemen op, maar het viel ons wel op dat we al die uren rijden maar weinig mensen tegengekomen waren. Pas vanaf Churro toen we het Pokot gebied inreden, was er meer bedrijvigheid. Bij Tangulbei reden we langs een groot militair kamp, van waaruit men probeert de clashes en raids onder controle te houden. Tegen 15u bereikten we de top van de laatste berg voor de afdaling naar Loruk. Van hieruit hadden we een mooi zicht over het Baringo meer en de Rift Vallei. Even wat als lunch klaargemaakt en daarna naar Loruk doorgereden omdat we daar weer met Robert hadden afgesproken.

Elke keer als we in het Pokot gebied aankomen wordt je geconfronteerd met de extreme hitte. Met 35 á 38 graden is een beetje schaduw geen overbodige luxe. Bij aankomst in het dorpje zijn we eerst even langsgegaan bij de ex-vrouw van Robert (er gebeurt veel in 1 jaar tijd) en iets te drinken tot Robert per motor vanuit Nginyang zou arriveren. Na het avondmaal hadden we, door de dreigende wolken, besloten om op de grond in het huisje van Robert onder de klamboe te gaan slapen. Dit bleek een zeer slimme zet want rond middernacht ging het enorm tekeer. Overal stroomde water, de awning aan de zijkant van de auto was losgerukt en hing te wapperen in de wind. Na alles in veiligheid te brengen en de schade op te meten, konden we weer gaan slapen.


Vrijdag 17 oktober:


Werken in Loruk! De dispensary is ongeveer 500 meter verwijderd van het huis van Robert. Bij aankomst bleek de nurse afwezig te zijn omdat alle nurses opgeroepen waren voor een ‘head-count’ in Chemolingot. We hadden de sleutel van de schoonmaakster weten te bemachtigen en hebben onze kliniek in een van de kamers opgebouwd. Het was erg druk, waardoor we zonder te lunchen hebben doorgewerkt. Inmiddels was de nurse in het kamertje naast ons ook weer aan de slag gegaan.

Rond 17u reed een brommer het terrein op. Een hevig bloedende man werd in de kamer van de nurse gedragen. Nog geen paar seconden later kwam de nurse onze kamer binnenlopen om te vragen of wij haar konden helpen. De man zat voorovergebogen op een stoel met een enorme wond aan de achterzijde van zijn hoofd en een kleinere, maar diepe snede in de rechter wang. Hij had blijkbaar ruzie gehad en was aangevallen met een machete. Aangezien Maurits in opleiding is tot kaakchirurg, was dit voor hem gesneden koek. De nurse werd gevraagd om de wonden eerst schoon te maken zodat wij onze spullen alvast klaar konden leggen om de wonden te gaan hechten. Maurits ging aan de slag met naald en draad en na enkele minuten zag het er weer keurig uit. Ik denk dat deze man van geluk mag spreken dat we net die dag in Loruk waren. Spullen werden ingepakt en vertrokken richting Nginyang. Het nieuwe asfalt vanaf Loruk kruipt elk jaar wat dichter bij Nginyang. Heerlijk om weer even zonder gerammel over de weg te kunnen rijden. De aankomst in Nginyang was minder fraai aangezien alles in een grote modderbende was veranderd door de regen en de zware graafmachines die nu tijdens de werkzaamheden af en aan rijden. Bij Robert mochten we weer intrek nemen in het gastenverblijf. Er was duidelijk aandacht besteed om de ruimte aangenamer te maken. Gelukkig zouden we niet de nacht in de tent doorbrengen want opnieuw gingen de hemelsluizen open. Het water stroomde als een rivier voorbij de hut. Dat belooft wat voor de tocht van morgen.


Zaterdag 18 oktober:


Akwichatis stond op de planning. Dit dorp blijft voor ons fictief aangezien we , net als vorig jaar, ook nu weer het dorp niet hebben bereikt. Diepe modder zorgde ervoor dat we ongeveer 1,5 uur hebben staan trekken, graven, zweten en ploeteren om de auto weer los te krijgen. Doet de vierwielaandrijving het nu wel of niet? Toen we uiteindelijk los waren, kwamen we bij de passage waar we vorig jaar vastzaten. Die was nu nog erger en dus geen doorkomen aan. Gefrustreerd moesten we opnieuw iemand naar Akwichatis sturen om te zeggen dat we het niet zouden halen, maar dat we de volgende dag in Riongo zouden werken. Nu kwam het er op neer om er toch nog een productieve dag van te maken. Op aanraden van Robert reden we naar de Lokenoi Dam omdat daar veel mensen samenkomen om water te halen. In de schaduw van enkele bomen hebben we onze kliniek opgebouwd en enkele patiënten geholpen tot het moment dat we ook hier weer brutaal verstoord werden door de regen. We moesten snel alles inpakken en beschutting zoeken voor de avond. Die beschutting vonden we in een klaslokaal van de Chemoril Primary School. Het was weekend dus de school was verlaten. Elk zette zijn tentje zoals gebruikelijk op, maar voor Robert was het de eerste keer. Meestal zoekt hij ergens een slaapplaats bij andere mensen of slaapt hij in de auto, maar omdat we een tent over hadden leek dit de beste optie. Op het menu stond pasta met gehaktballetjes in satésaus. Weer iets nieuws voor Robert, maar hij vond het heerlijk. Die avond heeft Maurits leuke traditionele spullen weten te bemachtigen zoals een ‘nachar' (neksteun), ‘kaplelach’ kralen en een ‘rungu’ (gevechtsstok).


Zondag 19 oktober:


Bij het opstaan stonden er reeds enkele patiënten te wachten buiten het lokaaltje waar we sliepen. Het was de bedoeling meteen naar Riongo door te rijden, maar deze mensen konden we niet laten staan. De tenten werden opgeruimd en de schoolbanken bij elkaar geschoven om als behandeltafel te fungeren. Terwijl Maurits en Joost aan het werk waren, ging Floris in het lokaal ernaast de mogelijkheden van een microkrediet verder toelichten. Dit werd vorig jaar voor het eerst gedaan, maar extra informatie bleek nodig om het een en ander duidelijker te maken. Na het behandelen van de mensen in Chemoril Primary School reden we naar Riongo om daar in de dispensary verder te gaan met behandelen. Riongo heeft een nieuwe, gedreven nurse. De gevolgen van de aanhoudende droogte de afgelopen maanden werden hier goed duidelijk. We zagen veel moeders met ondervoede kinderen, wachtend op een consult bij de nurse. Het werd een rustige dag. Van tijd tot tijd druppelen er patiënten binnen, maar niet de aantallen waar we op gehoopt hadden. Zijn er minder problemen omdat we al meerdere keren Riongo hebben aangedaan met onze projecten? Zijn de mensen weggetrokken door de droogte? Heeft het feit dat het marktdag was een negatieve invloed op de opkomst? Aan het einde van de dag reden we naar de nieuwe manyatta van de 3de vrouw van Robert. Het huisje was nog in aanbouw, maar toch besloten we onze tenten binnen te zetten omdat we geen idee hadden hoeveel het die nacht zou gaan regenen. Door het huilen van de zieke baby van Robert en zijn vrouw, werd het een onrustige nacht.


Maandag 20 oktober:


Mashujaa Day, oftewel Heroes Day! De dag dat Kenia de helden van de onafhankelijkheidstrijd eert. Dit betekende dat het voor Robert een officiële dag vol met verplichtingen zou worden. In uniform zou hij de speech van de president en de gouverneur voorlezen en zelf zou hij de ouderen toespreken. Wij zetten onze spullen klaar in de dispensary van Nginyang. Deze feestelijke dag betekende helaas voor sommige dorpelingen dat onze kliniek minder interessant was dan het lokale bier, waardoor de opkomst ook hier niet was zoals we hier gewend zijn. Een lerares vroeg tussen elke behandeling door of we geen pilletje hadden tegen cariës, een pilletje tegen tandvleesproblemen, een pilletje voor dit en een pilletje voor dat. Met veel moeite hebben we haar weten te overtuigen dat dit soort pilletjes helaas niet bestaan en dat ze toch echt zelf zal moeten poetsen en minder suiker gebruiken om haar problemen tegen te gaan.

Tussen de patiënten door werden we opeens naar buiten geroepen met de woorden: “This is an emergency!”. Maurits en Joost liepen mee naar buiten en zagen onder de grote boom voor de dispensary 4 vrouwen op de grond zitten. Bijgestaan door haar vriendinnen, had een van de vrouwen net buiten de poort een miskraam gehad. Ze lag op de grond met haar hoofd in de schoot van een vriendin en bloedde hevig. De grote plas bloed gaf aan dat ze dringend hulp nodig had. Er werd voorgesteld dat ze naar het District Hospital in Chemolingot moest gaan. Wij konden dit alleen beamen, maar begrepen toen nog niet dat wij de enigen waren in de omgeving met een voertuig. Maurits ging weer aan de slag en Joost startte de auto om de vrouw met spoed naar het hospitaal te brengen. Chemolingot is ongeveer een 30 minuten rijden, maar de weg er naartoe is ruw en rivier Nginyang moest overgestoken worden. Met onze koekjes en water werd geprobeerd de verzwakte vrouw bij bewustzijn te houden. Ongeveer 10 minuten voor Chemolingot reed de ambulance van het hospitaal ons tegemoet. Zij hadden gehoord van onze komst en kwamen haar overnemen. Bij terugkomst in Nginyang werd de bebloede achterbank even grondig gereinigd, waarna het tijd was onze kliniek op te ruimen.

Bij het uitrijden van het dorp werd duidelijk dat de drank rijkelijk gevloeid had, dus tijd om naar onze volgende plek te trekken. We hadden besloten alvast voor het donker en de dreigende regenval de rivier over te steken, omdat we anders morgen vroeg misschien niet over de rivier heen zouden kunnen komen. Bij aankomst in Chemolingot leek het ons verstandig om op zoek te gaan naar diesel om de rest van de trip morgen naar Maron te kunnen afleggen. Er werd in een klein golfplaten hutje met wat vaten en trechters gegoocheld om onze jerry cans bij te vullen. Tijdens het vullen vielen de eerste regendruppels al. We reden meteen door naar de dichtstbijzijnde school om onderdak te zoeken. Met het helse lawaai van de druppels op de golfplaten zetten we onze tenten op en konden daarna aan het eten beginnen.

Robert is altijd “on duty” en kreeg een verontrustend telefoontje binnen. Later vertelde hij ons het verhaal over wat zich net slechts 25 km verderop had afgespeeld. In Kapedo waren de Pokot en Turkana met elkaar in een gevecht beland. Uiteindelijk hebben de Pokot een voertuig onder vuur genomen dat vanuit het noorden (Turkana gebied) naar Kapedo reed. Deze actie resulteerde in 3 doden en vervolgens werd het voertuig met de lichamen in brand gestoken. Achteraf bleken 2 van de 3 inzittende government officials te zijn die tentamenformulieren kwamen afleveren. Dat de Turkana, Samburu en Pokot met elkaar slaags raken is reeds honderden jaren het geval, maar dat ze doelbewust voertuigen onder vuur nemen is nieuw en was voor ons als team een vervelende gedachte, aangezien wij natuurlijk ook deze wegen berijden.


Dinsdag 21 oktober:


Vroeg opgestaan om het klaslokaal opgeruimd achter te laten voor de eerste leerlingen die al begonnen binnen te komen. De auto werd weer ingeladen en de tocht naar Maron ingezet. Deze tocht werd helaas vroegtijdig afgebroken omdat door de regens van de afgelopen nacht nu een 50 meter brede kolkende massa de weg versperde. Rivier Karuwan, die al die jaren enkel een stoffige streep door het landschap was, liet ons niet door. Er was teveel stroming en de ondergrond was te modderig om het te proberen. Nog even hebben we gewacht om te kijken of het waterpeil snel genoeg zou zakken maar dat was niet het geval. Change of plans! Het zou jammer zijn als dit een verloren dag zou worden, dus besloten we om terug te gaan naar de school waar we overnacht hadden en om daar alle leerlingen te controleren en zo nodig te behandelen. We zochten een grote ruimte uit en startten met de allerkleinsten. De ene klas na de andere kwam op de stoel liggen. Zelfs de leerlingen van de highschool hoorden van onze aanwezigheid en kwamen langs. Het werd gelukkig nog een productieve dag met aan het einde een tandheelkundige les van Robert met de uitleg die wij op het grote bord hadden geschreven. Een hele zaal vol enthousiaste kinderen was het gevolg die vervolgens allemaal “doctah” wilden worden. Opnieuw zochten we de beschutting van een klaslokaal om de tenten op te zetten. We besloten nog even, nu het nog licht was, met Robert mee te gaan naar de Chemolingot Club voor een biertje. Er was zowaar een koelkast die speciaal voor ons werd aangezwengeld om toch van een frisse pint te kunnen genieten. De eerste druppels luidden het einde van de gezellige avond in en we moesten rennen door de regen om weer bij de tenten te komen die alvast in een klaslokaal waren opgesteld.


Woensdag 22 oktober:


Al vroeg meldden we ons bij het District Hospital om aan onze werkdag te beginnen. Maar natuurlijk moesten ook hier eerst eindeloos handen worden geschud en boeken worden getekend. We zaten vervolgens 2 uur te wachten op “clearance”. Uiteindelijk kregen we een kamer toegewezen, die overigens splinternieuw was (lees nooit gebruikt) en met zowaar stromend water. De patiënten verzamelden zich al snel aan de deur terwijl wij al onze spullen aan het klaarmaken waren. Veel schoolkinderen werden gecontroleerd en indien nodig behandeld. Tot het laatste moment zijn we druk bezig geweest, maar het tijdstip van vertrek werd steeds wat vroeger aangezien de druppels weer begonnen te vallen en we de grote rivier van Nginyang over moesten steken. Via een alternatieve route kwamen we bij deze rivier aan. Dit keer was het niet de gebruikelijke oversteekplaats, maar Robert verzekerde ons dat het zou lukken want er lag een “concrete slab” onder het water. Met zo’n stevige stroming is het natuurlijk maar de vraag of die er nog steeds ligt. Zonder problemen, met het water halverwege het portier, kwamen we weer aan bij Robert thuis.


Donderdag 23 oktober:


De laatste werkdag. De auto werd volgeladen met enkel de spullen die we nodig zouden hebben voor ons werk in de dispensary in Chesirimion. De weg door het dorp werd steeds slechter. De regens en de grote graafmachines en vrachtwagens die dagelijks passeerden hadden er een uitdagend parcours van gemaakt. En ja hoor, net voorbij de politiepost kwamen we vast te zitten. Het leek niet echt een probleem dus werd de vierwielaandrijving aangezet. Maar deze deed niet wat we verwachtten. Het leek alsof de auto het gebulder van de motor niet over wist te brengen in kracht naar de wielen. Gelukkig kwam er net zo’n grote vrachtwagen langs die ons wel wou helpen. Eerst probeerden we het met sterk touw, maar dat knapte keer na keer. Toen werd er een staaldraad bovengehaald, maar als die zou knappen zou dat iets gevaarlijker zijn. Rustig werd de kabel op spanning getrokken en kwam de auto in beweging.

Eenmaal uit de blubber en na een bedankje voor iedereen die ons geholpen had (knijpkatten), wilden we doorrijden maar de auto had nog steeds geen trekkracht. Stapvoets kwam hij van zijn plaats op een normale harde ondergrond. We besloten de auto even te laten rusten, misschien was hij oververhit? Na de tweede poging zat er al wat meer vaart in maar de volgende modderpoel was alweer een flinke uitdaging. We kwamen er net doorheen maar haalden de verharde, nieuwe weg net niet. Opnieuw even gewacht en toen op de verharde weg goed even wat snelheid en kilometers kunnen maken. Op 500m van de dispensary in Chesirimion begaf de auto het uiteindelijk helemaal. Met geen mogelijkheid kwamen we vooruit, terwijl de motor normaal leek te draaien. We wisten iemand te regelen om ons dat laatste stukje te slepen om zo de auto veilig aan de kant te kunnen zetten en meteen onze spullen op de plek te hebben waar we moesten werken.

Het was bij aankomst reeds duidelijk dat we het een en ander zouden moeten gaan regelen om hier weer weg te komen. Er werd gebeld met het verhuurbedrijf en we besloten dat we de auto hier achter zouden laten. In onze ogen zou die niet op tijd daar op locatie gerepareerd kunnen worden om vervolgens dus op tijd weer in Nairobi te kunnen zijn. Joost en Maurits waren ondertussen gestart met de behandeling van de patiënten terwijl Floris de auto aan het uitpakken was. Het volgende probleem stelde zich nu: De tandheelkundige spullen die we nu bij ons hadden moesten terug naar Nginyang voor opslag voor komend project in 2015 en onze persoonlijke spullen die bij Robert thuis lagen moesten we natuurlijk ophalen. Hoe doen we dit zonder vervoer? Robert is voor ons gaan rondbellen of er iemand wist van een voertuig dat ons zou passeren en misschien mee zou kunnen nemen naar Nginyang. De volgende stap was dan om diezelfde dag of de volgende dag vervoer te vinden van Nginyang naar het zuiden. Tussen enkele zware behandelingen door kwamen Joost en Maurits polshoogte nemen over wat er allemaal al geregeld was. Uiteindelijk werd het duidelijk dat er een pick-up van de Ministry of Health onderweg was naar Chemolingot en dus Chesirimion en Nginyang zou passeren.

Toen dit voertuig het terrein op kwam rijden hebben we onze kliniek opgedoekt en zijn we alle spullen in de pick-up gaan laden. Vervolgens bleek dat wij, naast de chauffeur, niet de enige waren in deze auto. Met z’n zevenen zaten we als sardientjes in de auto op weg naar Nginyang. De laadbak zat zo vol dat we regelmatig even moesten checken of we niks verloren waren onderweg, maar de chauffeur reed zeer voorzichtig om dit te voorkomen. Na een tijdje kwamen we weer aan bij Robert. Er stond ons nog een hoop te doen om de tandheelkundige spullen netjes daar op te slaan. Tijdens het tellen en sorteren van onze spullen kregen we te horen dat we over 30 min een lift zouden kunnen krijgen richting het zuiden. Dit betekende dat we even wat tempo moesten maken, want we hadden de “wazee” (oude wijze mannen) uitgenodigd om samen met ons een geit te eten als blijk van dank, respect en hoop op een stabiele, vreedzame toekomst. De geit was gelukkig door het geregel van Robert geroosterd en we konden snel even een hapje mee-eten. Een goede vriend had voor ons voor vertrek mooie struisvogel veren gekocht in Zuid-Afrika. Voor de Pokot mannen is het dragen van deze veren in hun kleikapsel een statussymbool. Tijdens het eten werden woorden van dank gesproken en de vederen uitgedeeld. De auto stond al op ons te wachten, maar hij kon door het moeilijke terrein niet tot bij Robert komen. Gepakt met alle tassen, dozen, jerry cans etc moesten we nog eerst over enkele rotsen klimmen en vervolgens een klein riviertje oversteken om bij de auto te komen. Daar stond onze redder in nood, Duncan, met zijn witte Toyota Probox. We hadden eerst niet veel vertrouwen in dit autootje, maar ondanks de kale banden en een bijna lege tank wist Duncan hem goed door de moeilijke stukken heen te krijgen. Op weg naar Kampi ya Samaki, waar we een overnachting geregeld hadden, zijn we nog even gestopt in Chesirimion om enkele spullen die bij de auto hoorden in de laadbak te leggen. Vanuit Kampi ya Samaki zou het makkelijker zijn om zelf vervoer te regelen naar Nairobi. De eigenaar van de huurauto vertelde dat er al een mecanicien onderweg was naar de auto. Hij kent blijkbaar de regio niet zo goed maar het valt niet mee om een auto in the “middle of nowhere” te repareren met enkel wat gereedschap. Na dit uit te leggen zou hij proberen om de volgende dag een chauffeur te sturen om ons op te pikken. Ik hoef niet uit te leggen dat na 2 weken stof, regen, modder, ellende het heerlijk was om weer te kunnen douchen en in een bed te slapen.


Vrijdag 24 oktober:


Heerlijk uitgerust konden we aan het ontbijt beginnen. Even wat anders dan de gebruikelijke droge koekjes. Er was nog geen duidelijkheid over hoe we nu weer in Nairobi zouden kunnen komen. Robert was met z’n motor naar ons toe gereden om ons op de hoogte te houden van de huurauto. Die had weer een stukje gereden, maar was weer stilgevallen langs de weg. Nu restte er ons niets anders dan te wachten op nieuws. De locatie aan het Baringo meer was hier natuurlijk de perfecte plek voor. In de late middag kregen we het nieuws dat de chauffeur met voertuig vertrokken was en ons de volgende dag mee terug naar Nairobi zou nemen. Humphrey kwam enkele uren later aanrijden in een mooie glimmende Toyota Hilux. ’s Avonds aten we wat samen en spraken af de volgende dag niet te laat te vertrekken aangezien we eerst nog langs de Firearms Department moesten voor de export license.


Zaterdag 25 oktober:


Ontbijten en gaan! Auto volgeladen en richting eerste stop in Nakuru. De tocht ging vlot maar toch verloren we enige tijd omdat Humphrey aan de kant gezet werd voor “speeding”. Een agent had met het blote oog gezien dat hij te hard reed. De woorden van Humphrey waren duidelijk: “It’s weekend, they want drinking money”. Na moeilijk doen en samen rond de auto lopen kwam Humphrey geld vragen want hij had geen cash opzak. Uiteindelijk mochten we gaan, nadat de agent gezien had dat er niet weel was te halen bij ons. De vriendelijke police officer van de Firarms Department, Phillip, stond al op ons te wachten. Hij was net naar de kerk geweest maar wou zonder problemen ons helpen op zijn vrije dag. Dit verliep allemaal verbazingwekkend soepel en zo belandden we op tijd in het hotel in Nairobi.


Zondag 26 oktober:


04.45 opstaan en 45 minuten later de taxi naar de luchthaven.

In een splinternieuw vliegtuig van Kenya Airways vlogen we terug naar Amsterdam.

Missie geslaagd.




PROJECT 2013


EAST-POKOT DISTRICT

SAMBURU DISTRICT


De voorbereiding voor het Project 2013 liep wat anders dan de voorbije jaren.


Niet alleen omdat we besloten hadden het team uit te breiden tot drie leden om extra ondersteuning te hebben tijdens de behandelingen, maar ook omdat in augustus Nairobi International Airport deels afbrandde en enkele dagen voor ons vertrek de terroristische aanslag op de West Gate Mall plaatsvond in het centrum van Nairobi. Nu hadden we hier gelukkig niet direct mee te maken, maar het creëert tijdens het voorbereiden van het project toch een minder prettige sfeer.


Van 6 tot en met 20 oktober was het team, bestaande uit Joost Berben, Thijs Beerepoot en Floris van de Ruit, werkzaam in het East-Pokot en het Samburu District. Ter plaatse werden we zoals gebruikelijk bijgestaan door Chief Robert Kanyakera (contactpersoon Pokot) en Dr. Edward Lolokuru (contactpersoon Samburu) om als tolk en gids te fungeren. Door de droogte en de gespannen sfeer tussen het Pokot en het Samburu volk ging vanaf het tweede deel van het project Aptele Lolokuru, de broer van Edward, mee als “Kenya Police Reserve”.


Zondag 06/10/2013:


Op zondagochtend vond de samenkomst Schiphol Airport plaats. Door de regelingen die getroffen werden met de douane konden we dit jaar zonder problemen onze apparatuur het land uitvoeren. Het blijft altijd de vraag of hun Keniaanse collega’s daar hetzelfde over denken. 


Na een vlucht van 8 uur kwamen we aan in Nairobi. We werden met een bus langs de afgebrande terminal geleid om in een splinternieuwe aankomsthal onze bagage op te halen. Deze tijdelijke aankomsthal was eigenlijk de nieuwe overdekte parking van de luchthaven, maar het heeft er nog nooit zo netjes en doeltreffend uitgezien. Nog even in de rij staan voor het visum en dan konden we op zoek naar onze taxi.


Op de weg naar de stad hebben we enige tijd vastgestaan als gevolg van een ongeval. Hierdoor moesten we het papierwerk en de overdracht van de terreinwagen helaas uitstellen tot de volgende dag. Ook Robert zat al een hele tijd in het hotel op ons te wachten. Gezien de gespannen sfeer na de terroristische aanslag hadden we Robert gevraagd om af te reizen naar Nairobi om ons op de tocht naar het noorden te vergezellen.


Maandag 07/10/2013:


Natuurlijk stonden we stipt om 7.00 klaar om te vertrekken, maar we moesten nog enige tijd wachten op de medewerker van het 4x4 bedrijf om ons de sleutels te overhandigen en het papierwerk af te handelen. Door deze vertraging hadden we toch de ochtendspits te pakken en duurde het wel even voor we de stad uit waren. Het eerste deel van de route bracht ons tot in Nakuru. Hier hadden we tijdens de planning besloten om onze inkopen te doen. Zoals gebruikelijk wat rijst, pasta, noedels, wat lekkers in blik en veel water. Genoeg om twee weken in de bush te overleven. Maar dit jaar wat extra aangezien we met 3 teamleden waren. Dit betekende dat de auto, naast de bagage, met al het proviand en ongeveer 130 liter water extra zwaar beladen werd.


De dieseltank werd volgegooid en de tocht naar het noorden werd hervat. De laatste 80 km waren zeer ruw door de slechte staat van het wegdek. Soms kan je beter geen weg hebben dan eentje die niet wordt onderhouden.


Tegen de avond en na hevige regenbuien kwamen we bij Robert thuis aan waar we in onze hut een lekker maal voorgeschoteld kregen. In het donker kregen we onze eerste spulletjes terug die we vorig jaar daar hadden achtergelaten. Na een jaar op het Afrikaanse continent zag alles er nog naar behoren uit.


Dinsdag 08/10/2013:


De eerste werkdag! Zoals gebruikelijk in Nginyang mogen we onze kliniek opbouwen in de dispensary (plaatselijk ziekenhuisje). Het was een warme, zwoele dag met af en toe hevige regenbuien. Een honderdtal patiënten hadden zich aangemeld en werden die dag door ons geholpen. Tussen hen meerdere bekende gezichten die ook vorig jaar in de rij hadden gestaan. Na een lange dag gingen we weer terug naar onze hut om uit te rusten, maar dat ging niet zomaar. Bij aankomst in de hut zat er een grote schorpioen tegen de muur. Het leek ons niet verstandig deze zachtaardig proberen weg te jagen of te laten zitten. De schorpioen werd vakkundig geliquideerd, waarna de zoektocht naar eventuele soortgenoten in de hut kon beginnen.


Woensdag 09/10/2013:


Zeer vroeg op om naar Maron Dispensary te gaan. We nemen enkel het noodzakelijke mee om de auto minder te belasten. Dus alle spullen voor de kliniek en onze spullen voor een nacht in Maron.


Voor ons vertrek hadden we in Nginyang een biertje kunnen kopen voor na ’t werk. Nu bleek dat de nurse in Maron een kleine koelkast op zonne-energie had waar hij zijn medicatie koel in hield. Dit betekende dat wij na het werk zouden kunnen genieten van een koud biertje.


De ochtend begon rustig, maar wel met enkele moeizame behandelingen. Toen het nieuws van onze aanwezigheid de school van Barbelo had bereikt werd het in een keer verschrikkelijk druk. De scholieren bleven maar komen. We hebben toen tot 19u gewerkt om iedereen te kunnen helpen.


Die avond hebben we in het diensthuis van de nurse mogen slapen. We hadden allemaal een klamboe gekregen als bedankje en mochten onze slaapzakken uitrollen in de eetkamer.


De nurse was zeer geïnteresseerd in ons werk. We hadden voor hem een pakketje samengesteld met enkele tangen, waarna Thijs hem ook nog even uitleg gegeven heeft over het gebruik van de tangen en het verwijderen van een tand of kies.


Donderdag 10/10/2013:


Om 6u vertrokken richting Nginyang om daar weer onze spullen op te halen. De oude Land Rover Defender werd weer volgeladen en na het uitdelen van enkele cadeautjes aan de vrouwen en kinderen van Robert konden we de tocht weer verder te zetten richting Akwitchatis.


Nadat we Riongo gepasseerd waren moesten we een klein riviertje oversteken. Maar door de hevige regens van de afgelopen dagen was de aanloop naar het riviertje veranderd in een grote modderpoel. Om aan de overkant te komen moesten we uiteindelijk ook tegen een helling op, maar … muurvast in de modder. Tot voorbij de enkels in de modder hebben we alles geprobeerd om de 4x4 op de helling te krijgen. Uiteindelijke is het met extra mankracht en trekken gelukt. Blij dat we aan de andere kant waren, kwam Robert met het nuchtere bericht dat het niet verstandig was nog verder te rijden. Hij verwachtte weer regen vanavond. Dit zou betekenen dat we morgen hier weer vast zouden komen te zitten, maar er dan misschien niet meer uit zouden komen. Het pad waar we toen op reden was het enige pad in de hele omgeving. De enige andere mogelijkheid was om via het noorden een weg te bereiken waardoor we uiteindelijk 150 km om zouden rijden. Geen optie met dit soort wegen! We hebben een van onze helpers gevraagd de mensen van Akwichatis te verwittigen dat we het niet halen en dat we in Riongo enige tijd zouden wachten indien er mensen daar behandeld willen worden. Nu moesten we natuurlijk weer die modderpoel door om weer naar Riongo te kunnen rijden. Ook deze keer vastgezeten en na veel hard werk weer onze tocht kunnen hervatten. In Riongo hebben we enige tijd gewacht, maar de afsand vanaf Akwitchatis was waarschijnlijk te groot om nog te voet onze kant op te komen.


In overleg met Robert hebben we dan maar besloten dit als een “verloren” dag te zien en ons kamp ergens op te gaan zetten voor de nacht. Net als vorig jaar mochten we onze tenten in de veiligheid van de homestead van John opzetten. Toen de avondrust zijn intrede had gemaakt, kwamen er alsnog enkele mensen naar ons toe met klachten. Deze patiënten hebben we dan maar in ons kamp geholpen. Toch geen verloren dag!


Moe van de intensieve dag kruipen we die avond na het eten vroeg in onze tenten. Nog voor alle spelende kinderen om ons heen.


Vrijdag 11/10/2013:


De ochtend van de Womengroup. Nu kon Floris zich op zijn project storten. In 2012 hadden we van Robert te horen gekregen dat er vrouwen uit de omgeving waren die een eigen zaakje zouden willen starten maar niet de financiën hebben om dit van de grond te krijgen. Om te kijken wat hier de mogelijkheden zouden kunnen zijn heeft Floris deze ochtend uitleg gegeven over ‘microkrediet’.


Zijn uitleg werd enthousiast en met applaus ontvangen. De volgende stap van dit project zou zijn dat Robert deze vrouwen zou begeleiden bij het invullen van een questionnaire om te achterhalen wat de plannen van de dames zijn en hoe zij dit denken te realiseren.


Thijs en Floris hebben hier als bedank een 'nachar' gekregen. Dit is de traditionele neksteun/stoeltje van de Pokot. Na deze vriendelijke geste hebben we onze spullen gepakt en zijn naar Cheserimion gereden. Bij aankomst moesten we eerst een officieel bezoek brengen aan de school waarbij menig hand geschut werd en natuurlijk het gastenboek werd ondertekend. Na een bezoek aan alle klasjes hebben we enkele potloden en pennen uitgedeeld.


In Cheserimion Dispensary troffen we dezelfde vriendelijke nurse aan als vorig jaar. Met haar hulp was de kliniek in een snel tempo opgebouwd. Hier hebben we tot 15u gewerkt om daarna door te rijden naar Loruk. In dit plaatsje was vorig jaar al veel vraag naar onze diensten, dus hebben we toch ook hier onze kliniek opgebouwd. De sfeer in Loruk was minder prettig. Het is een dorpje dat erg “verwesterd” is door de ligging langs de grote weg naar het zuiden. Voor dronken en vervelende mensen hoef je hier dus niet ver te zoeken. Ook tijdens het werk moesten we opletten dat er door enkele kinderen niets gestolen werd door de raampjes van het hok waar we werkte. Ook hier waren we pas laat klaar, maar Robert zijn tweede vrouw woont in Loruk. Hierdoor moesten we niet meer ver rijden om ons kamp op te slaan, maar kon het gewoon in haar achtertuin. Zijn vrouw had lekker gekookt en na enkele goede gesprekken bij een flakkerende olielamp, kropen we ook hier onze tenten in.


Zaterdag 12/10/2013:


In de vroege ochtend namen we afscheid van Robert en zijn vrouw. Floris vroeg nog even de recepten de ‘hugali’ en ‘sukumawiki’ die we gisteravond gegeten hadden, waarna we op de grote tocht naar Samburu gebied zouden vertrekken. De reis begon om 8u met 5 meter prachtig asfalt en zou eindigen met 150 km ellende van stof, kuilen en modder. Tijdens deze toch zijn we helaas een van onze African Dental Aid magneet platen voor op het portier kwijtgeraakt. Deze tocht blijft altijd even spannend. Niet alleen door de conditie van de weg, maar ook door de vaak onrustige sfeer in dit niemandsland tussen de Pokot en Samburu.


Tegen 16u kwamen we aan in het steeds drukker wordende Maralal. Hier hebben we de auto weer volgetankt voor de volgende week en zijn we de rust van het Sunbird Hotel gaan opzoeken. Aangezien we 2 nachten in Maralal zouden doorbrengen hadden we ervoor gekozen om ons de eerste nacht even weer helemaal op te laden met een normaal bed, douche, wc en natuurlijk een heerlijke maaltijd en koud biertje. Tijdens een wandeling in het stadje kwamen we onze contactpersoon en zijn broer al tegen. Terug in de Sunbird hebben we samen de plannen van de komende dagen doorgenomen.


Zondag 13/10/2013:


Na een heerlijke nacht konden we al vroeg aanschuiven voor een ontbijt. Om 8u alles weer op, in en aan onze auto gehangen en vertrokken naar Loosuk. Hier is een goed uitgeruste dispensary aanwezig met bekwame nurses. Jong en oud meldde zich aan, waardoor de rij steeds langer werd. Op gegeven moment hadden we een zeer oude dame die ons een beter zicht in haar mond wou geven door haar wandelstok als een soort van koevoet tussen haar kaken te zetten. Het werd een zeer drukke dag met 135 extracties en een patiënt met een flinke nabloeding waardoor we alles uit de kast moesten trekken om het bloeden te stelpen. Het werd dan ook erg laat voor we weer de tocht naar Maralal konden maken. We zaten op de heenweg al met z’n vijven in de auto, maar nu wou de nurse ook mee terugrijden. Als sardientjes in een blik zochten we onze weg terug. Deze avond zouden we onze tenten in de tuin van Edward zijn nieuwe huis neerzetten. We werden vriendelijk onthaald door zijn rouw en kinderen.


Maandag 14/10/2013:


Vandaag de start van de noordelijke route, met als eerste Opiroi. Dit jaar gaat Edward niet zelf mee maar heeft zijn broer, Aptele, gevraagd dit te doen. Hier waren we eerst niet erg happig op gezien het feit dat hij erg stil was en maar weinig actief leek. Dit beeld zou gedurende de trip totaal veranderen. Hij heeft ons perfect geholpen en eerlijk gezegd hebben we nog nooit iemand, in het Samburu gebied, aan onze zijde gehad die z’n taak zo serieus nam als Aptele.


Hij kwam ’s ochtends aanlopen met in de linkerhand een reiskoffer en over de rechterschouder een kalashnikov (AK-47). Niet alleen een gids maar dus ook een gewapende guard. Gezien Aptele een ‘Kenian Police Reserve’ is, mag hij dit wapen legaal bezitten, maar de spanningen in de regio komen dan wel heel dichtbij. Hij is echter zeer discreet omgegaan met dit wapen waardoor er zeker geen sprake was van provocatie.


De route naar Opiroi was vooral de laatste 10 km verschrikkelijk ruw. De afdaling van de bergpas vol met rotsblokken eisen veel van zo’n terreinwagen. In 2011 hadden we onze kliniek opgebouwd in het schooltje, maar nu zouden we gebruik mogen maken van de dispensary. Toen we daar aankwamen waren alle deuren gesloten en de nurses 2 weken op verlof. Dit was natuurlijk zeer frustrerend aangezien wij een grote groep mensen dachten te gaan helpen. We zijn op zoek gegaan naar de verantwoordelijke van het dorp en die liet weten niets vernomen te hebben van onze komst.


Hoe kon dit gebeuren? Alle voorbije jaren is Edward of zijn vrouw persoonlijk naar de locaties gegaan om aan te geven wanneer we daar hulp zouden kunnen bieden. Maar door de reorganisatie binnen de overheidsinstanties van Kenia, werd nu verwacht dat dit allemaal officieel dient te gebeuren via de Samburu County Healtcare commission. Nou u raad het al, deze communicatie ging dus totaal fout. Wat dus betekende dat alle locaties op onze route nog niet verwittigd waren van onze komst.


We zijn dan maar terug naar het centraal gelegen schooltje gereden om daar het werk te starten. Gelukkig ging het woord snel rond en de patiënten druppelde binnen.


Rond 16u hebben we onze spullen ingepakt om alvast een stuk verder te rijden en te slapen in Barsaloi. Ook hier hadden we in 2011 gewerkt waardoor we Stephen, de nurse van de dispensary, kenden. We waren welkom om onze tenten binnen de omheining op te zetten.


Dinsdag 15/10/2013:


Na onze gastheer te bedanken reden we al vroeg de poort uit richting Sware. De weg ernaar toe was prima. We moesten enkele grote rivieren oversteken, die nu gelukkig droog waren. Alle andere jaren hadden we deze route niet kunnen rijden doordat de rivieren niet over te steken waren.


In Sware stond er naast de oude dispensary een splinternieuw ziekenhuis met alles er op en er aan. Wij mochten er als eerste werken. De nurses waren zelf nog niet overgegaan naar het nieuwe gebouw omdat er nog geen stroom was. Het was ook nog niet duidelijk wanneer de aansluiting zou komen. Tussen de patiënten door wisten Thijs en Floris aardig wat handige spulletjes te ruilen tegen mooie traditionele voorwerpen zoals kralen, armbanden en een speer.


Nadat we alles weer in de Land Rover hadden geladen, reden we door naar de werkplek voor de volgende dag. We kwamen aan bij een grote traditionele manyatta met ongeveer 150 hutten. Alvorens de mayatta te betreden moesten we eerst de goedkeuring hebben van de oudere mannen (wazee). Aptele leidde de gesprekken en al snel mochten we onze tenten bij de ceremoniële boom neerzetten. Vanaf de open plek in het midden van de manyatta konden we, tijdens een prachtige zonsondergang, in de verte Wamba zien liggen. Na het avondeten werd het al snel donker en stil. Tijdens het inslapen hoorden we de gezangen van de jonge krijgers (morans) in de verte.


Woensdag 16/10/2013:


De wazee hadden besloten dat we in de schaduw van de ceremoniële boom mochten werken. Gezien de brandende zon op de vroege ochtend was deze verkoeling zeker welkom. We hadden een scherm opgehangen om de zon en wind weg te houden. De patiënten bestonden vooral uit oudere mannen, vrouwen en kinderen. De jonge krijgers zijn overdag met het vee opzoek naar eetbare vegetatie en water. Het is bloedheet die dag wat het werken zeker intensiever maakt. We werden bedankt door de wazee voor onze hulp en ze hoopten ons volgend jaar weer te zien.


Tegen het eind van de middag reden we via een slechte weg naar Wamba. Aptele woont in Wamba en wou graag zijn gezin laten zien. Na een kort bezoek rijden we door naar het erf van Edward waar we zoals elk jaar onze tenten weer opzetten. Deze avond konden we, tijdens het doornemen van de dag, afsluiten met een gekoeld biertje.


Donderdag 17/10/2013:


Bij aankomst in het overheids hospitaaltje van Wamba bleken ze ook hier niet geïnformeerd over onze komst. Het werd nu wel duidelijk dat de “council” geen enkele dispensary, hospitaal of school over onze komst had ingelicht. Toch maar even een gesprek met de head-nurse gehad over de zorg die we die dag zouden kunnen bieden, maar hij kon ons enkel toelaten met een officiele toelating van de council. Het feit dat we er al meerdere keren in de afgelopen jaren gewerkt hadden was voor hem blijkbaar geen reden om even van de regeltjes af te wijken. Het gevoel van irritatie groeide steeds meer naarmate de minuten verstreken. Moesten we hier nu gaan smeken om zorg te mogen bieden? Na 10 minuten had de head-nurse nog steeds geen antwoord voor ons en besloten we dan ook ergens anders naar toe te rijden. Aptele was het met ons eens en wist nog een nederzetting op ongeveer 30 km waar ze tandheelkundige zorg konden gebruiken. Eerst de verschrikkelijke weg richting Archers Post om daarna de bush in te rijden. Tijdens deze tocht zijn we onze laatste magnetische “African Dental Aid” plaat kwijtgeraakt. In een schooltje nabij Nasungee hebben we aardig wat patiënten weten te helpen. Gelukkig hadden we er nog een succesvolle dag van kunnen maken ondanks het zelf moeten zoeken naar een andere locatie.


Aan het einde van de middag hebben we al het instrumentarium geteld, schoongemaakt en weer alles geordend in de koffers gelegd, zodat het volgend jaar weer meteen te gebruiken is.


Vrijdag 18/10/2013:


We werden om 04.30 brutaal gewekt door absurd luide muziek. Het leek net alsof we onze tenten midden op een festival-weide hadden opgezet, maar nu bleek de muziek te komen van de protestantse kerk. Naar verluid wordt de muziek met veel “halelujahs” bewust zo hard gezet om de oproep tot gebed van de moskee te overstemmen. Er was dus niet eens een mis aan de gang, maar de dominee zet blijkbaar gewoon een cd-tje op en kruipt dan weer in zijn bed.


Nu we toch al wakker waren kon de dag beginnen. Vandaag zouden we alle andere spullen die achterblijven in Wamba inventariseren en goed verpakken. In het kleine huisje op het erf va Edward werd een hoek van de kamer schoongemaakt voor onze spullen. Nu we al onze spullen achter kunnen laten kunnen we de auto ook weer eens herschikken voor onze terugreis. Ook dit jaar zullen we, uit veiligheidsoverwegingen, de terugreis naar Nairobi in twee dagen doen. Aptele zou ons tot Archers Post vergezellen. We besloten niet via de normale route te rijden, maar dwars door het Samburu National Park via de West-gate. Het is een veel aangenamere en veiligere route en we zouden in een Lodge in het park overnachten. Weer eindelijk een zacht bed na een lange tijd. Een heerlijke avond om bij te komen van 2 weken lang hitte, stof en hard werken.


Zaterdag 19/10/2013:


Goed uitgeslapen konden we aan het laatste stuk van de terugtocht beginnen. Nog even off- road tot Archers Post, waar we Aptele zouden achterlaten, en daarna asfalt tot in Nairobi. Hoewel het wegdek een godsgeschenk is na twee weken rammelen in de auto, neemt natuurlijk het aantal auto’s en brommers om ons heen toe hoe verder we naar het zuiden rijden. De hectiek van de hoofdstad komt steeds dichterbij. In Nairobi aangekomen konden we na het gebruikelijke papierwerk in het hotel en van de huurauto ons project afsluiten.


Zondag 20/10/2013:


Om 5 uur opgestaan en snel een ontbijt want de taxi staat al klaar om ons naar de luchthaven te brengen. Na de gebruikelijke security checks en een vlucht van 8 uur waren weer op Nederlandse bodem.


Tijdens de 2 weken in het Samburu en Pokot gebied hebben we 370 patiënten kunnen helpen. Onze administratie laat zien dat we 402 tanden en kiezen verwijderd hebben en 22 restauraties hebben uitgevoerd.


Ook dit jaar was het weer, dankzij uw steun, een geslaagd project!




PROJECT 2012

 

Samburu District

East-Pokot District


Dit jaar heeft de stichting ervoor gekozen om het gebied van haar werkzaamheden te vergroten, waardoor onvermijdelijk ook de duur van het project verlengd diende te worden. Van 7 tot 21 oktober was het team, bestaande uit Joost Berben en Wouter Bouman (beide tandarts te Utrecht), werkzaam in het Samburu en het East-Pokot District. Ter plaatse werden we bijgestaan door Dr. Edward Lolokuru (contactpersoon Samburu) en Chief Robert Kanyakera (contactpersoon Pokot) om als tolk en gids te fungeren.


De maand oktober wordt in het noorden van Kenia gezien als het kleine regenseizoen. Hoewel de noordelijke regio’s zeer droog zijn, kan ook hier in deze maand veel regen vallen. Hierdoor hebben we onze geplande route moeten aanpassen omdat bepaalde gebieden zelfs met een terreinwagen niet meer bereikbaar waren.


Zondag 07/10/2012:


Op zondagochtend rendez-vous op Schiphol Airport. Dit jaar waren we iets vroeger aanwezig omdat we belangrijke extra bagage dienden in te checken. Het ging namelijk over de dental field unit en de daarbij behorende aggregaat die halverwege dit jaar

door de stichting werden aangekocht. Dit soort apparatuur moet eerst door de douane aan de hand van een uitvoerdocument gecontroleerd worden, anders bestaat de kans dat wanneer de dental field unit voor onderhoud terug naar Nederland moet komen, er opnieuw invoerrechten betaald dienen te worden. We hadden erg ons best gedaan om het gewicht van de bagage te beperken. Kleren hadden we amper mee voor die 2 weken, maar door de zware apparatuur en instrumenten waren we toch 4 kg te zwaar. Een oogje dichtknijpen was er voor de luchtvaartmaatschappij niet bij en het resulteerde helaas meteen in een factuur van € 100.


Na een vlucht van 8 uur kwamen we aan in Nairobi. Na het gebruikelijke papierwerk bij aankomst werden we ook nog door de douane tegengehouden. De beambte vroeg ons wat we als “toerist” met al die dure apparaten gingen doen. Na een onsamenhangende uitleg van ons met af en toe heel erg moeilijk doen en veel papieren met stempels laten wapperen, snapte de douanebeambte het ook niet meer en mochten we gaan. In het hotel stonden onze bestelling van tandheelkundige materialen, onze vergunningen van de overheid en onze terreinwagen al klaar. Na het invullen van een hoop papierwerk, een hapje en een drankje, gingen we vroeg naar bed aangezien er de volgende dag een lange tocht op ons wachtte.


Maandag 08/10/2012:


Stipt om 7.00 reden we weg uit de hoofdstad om de ochtenddrukte voor te zijn en aan de lange rit naar het noorden te beginnen. We hadden van tevoren reeds besloten niet in Nairobi maar in Nanyuki inkopen te doen voor de komende weken. Koekjes, rijst, pasta, noedels, wat lekkers in blik en veel water. Genoeg om twee weken in de bush te overleven. Gelukkig hadden we de dieseltank nog even volgegooid voordat we naar Isiolo reden, want daar bleek geen diesel meer verkrijgbaar te zijn. We besloten meteen naar onze contactpersoon Edward te bellen, die op dat moment nog in Maralal was, zodat hij 2 grote jerrycans diesel mee kon nemen naar Wamba, waar we elkaar zouden ontmoeten. De broer van Edward (counselor) heeft ons vergezeld van Isiolo naar Wamba aangezien dit een gebied is waar af en toe ‘onregelmatigheden’ plaatsvinden. Eenmaal in Wamba aangekomen werden de tenten weer voor de eerste keer dit jaar opgezet op de inmiddels vertrouwde plaats naast het huisje van Edward en hebben we ons avondmaal klaargemaakt. Edward kwam laat aan vanuit Maralal met al onze materialen en instrumenten die we vorig jaar hadden achtergelaten en de diesel. Of de tocht was heel ruw geweest, of ze hebben weer en wind moeten weerstaan, maar de spullen zagen er niet uit zoals we ze hadden achtergelaten. Na een korte uitleg over hoe je wel met dit soort dure tandheelkundige instrumenten en materialen dient om te gaan, zijn we maar meteen alles gaan schoonmaken, sorteren en klaarmaken voor de eerste werkdag.


Dinsdag 09/10/2012:


Vroeg de veren uit om aan onze eerste werkdag te beginnen. Net als vorig jaar gingen we ook tijdens dit project van start in het hospitaaltje van Wamba. Er bleek behoorlijk geïnvesteerd te zijn aangezien er een nieuw bijgebouw was neergezet en er meer personeel rondliep dan vorig jaar. Het werd al snel duidelijk dat meer ‘nurses’ helaas niet gelijk staat aan meer hulp en effectiviteit. Slechts één verpleegster was in staat ons goed te helpen, maar wanneer zij haar lunchpauze ging houden viel helaas alle hulp weg. Hierdoor werd ook niet meer adequaat bijgehouden welke behandelingen wij in haar afwezigheid hadden uitgevoerd. De eerste dag hadden we aan patiënten geen tekort. Het was dan ook een zware dag met veel extracties en restauraties waarbij de dental field unit voor het eerst werd gebruikt. Hetwerd al snel duidelijk dat deze unit een enorme aanwinst is voor de stichting. Voor chirurgische verwijderingen kan er vanaf nu gewerkt worden met roterend instrumentarium en goede afzuiging. Restauraties nemen door de unit minder tijd in beslag omdat we niet meer de ART-techniek hoeven te hanteren. Natuurlijk werd deze eerste werkdag beëindigd met het reinigen, steriliseren en opruimen van al het instrumentarium. Dit neemt iets meer tijd in beslag aangezien de unit zeer zorgvuldig gereinigd dient te worden. In het donker kwamen we aan bij onze tenten waarna we ons avondmaal klaar hebben gemaakt. Opnieuw heerlijke noedels met een blikje lekkers.


Woensdag 10/10/2012:


Ook vandaag een vroeg begin van de dag. Langs een moeilijke weg reden we naar de grote nederzetting van Ngilai. Het dorpje Wamba is een mix van het westerse leven met het traditionele, terwijl in Ngilai uitsluitend traditionele Samburu gezinnen verblijven. Omdat het Samburu volk een semi-nomadisch bestaan leiden, zijn dit soort nederzettingen (manyatta’s) nooit van permanente aard. Tijdens onze aanwezigheid telde deze manyatta ongeveer 150 mannen, vrouwen en kinderen. Dit is een uitzonderlijk grote manyatta, maar in het regenseizoen worden veel traditionele ceremonies gehouden en komen families bij mekaar. We hadden onze auto net buiten de manyatta neergezet waarna we naast de auto, in de schaduw van een grote acaciaboom, onze bush-clinic hebben opgebouwd. Wouter had enkele voetballen meegenomen om uit te delen tijdens het project. Hier werd de eerste bal opgepompt voor de inmiddels groter wordende groep kinderen om ons heen. De patiënten verzamelden zich al snel onder de boom waardoor we meteen aan de slag konden. Ook hier hebben we de dental field unit gebruikt, maar dit keer natuurlijk met stroom van de aggregaat. Tegen het einde van de dag kwam er een harde wind opzetten. Dit is vaak het teken dat er regen op komst is. En ja hoor, tijdens het opruimen van onze spullen, aan het einde van alweer een drukke werkdag, kwam het water met bakken uit de hemel vallen. De instrumenten en unit hebben we gelukkig droog weten te houden onder ons afdakje aan de zijkant van de auto, maar zelf waren we tot op de onderbroek nat.


We zouden eigenlijk die avond bij deze manyatta blijven slapen maar besloten toch alvast door te rijden naar een volgende, gelijkaardige maar kleinere nederzetting (Lbaa Nyoikie). Dit betekende echter wel dat we in het donker in onze auto met inmiddels beslagen ramen de weg moesten vinden naar een nederzetting waar geen wegen naartoe leidden. Onze gids had voor de zekerheid maar een extra gids meegevraagd want naast enkele reeds platgereden struikjes waren er weinig andere aanwijzingen dat we daadwerkelijk op een pad richting de manyatta zaten. Van links naar rechts op het commando van onze gidsen, door rivierbeddingen en over steeds groter wordende struiken tot het moment dat ook de gidsen de weg kwijt waren. Opeens kwam er een klein engeltje in de gedaante van een jong meisje met een zaklamp te voorschijn die ons naar de nederzetting heeft geleid. Opnieuw werden we naar de grote centrale acaciaboom geleid om ons kamp te maken. Tijdens het opzetten van de tenten en het koken werden we vergezeld door het ene engeltje en een heleboel andere bengels die onze komst zeer interessant vonden. Na een rustige avond en enkele uurtjes slapen werden we bruut gewekt door een enorme regenbui waardoor zelfs onze slaapzakken nat waren. Een tent blijkt maar tot een bepaald aantal druppels per minuut waterproof te zijn.


Donderdag 11/10/2012:


Na de natte nacht, waar geen eind aan leek te komen, werden we wakker met een lekker warm zonnetje waardoor we al onze spullen meteen in de boom konden laten drogen. Het was ons gelukt enkele eitjes heel te houden tijdens de ruwe tocht van gisteren. Meestal bestaat ons ontbijt en lunch uit droge koekjes, dus een gebakken eitje kan zeer smakelijk zijn. Ook hier werd de clinic aan de zijkant van de auto opgebouwd. Aangezien Lbaa Nyoikie een kleinere manyatta was, hadden we niet meteen veel patiënten. Druppelsgewijs kwamen er wat mensen om de auto en onder de boom zitten. Ook hier werd al snel duidelijk dat onze hulp hard nodig is in deze regio. Naast de gebruikelijke behandelingen, zoals het verwijderen of vullen van tanden en kiezen, hadden we hier twee patiënten die extra aandacht nodig hadden. De eerste patiënt was een jongedame die al vier dagen niets had kunnen eten doordat ze haar mond niet meer kon openen als gevolg van een ontsteking van haar rechter verstandskies in de onderkaak. U begrijpt dat dit soort situaties al snel tot verzwakking kunnen leiden in een wereld waar het al een gevecht is om te overleven. Door de verminderde mondopening was het niet eenvoudig de kies te verwijderen. Na een geslaagde behandeling kwam haar moeder een halfuurtje later al even vragen of ze weer mocht “snuiven” (snuff-tobacco). De tweede patiënt was een oude man waarbij meerdere elementen verwijderd dienden te worden, maar hij gaf aan vooral last te hebben van een abces in de onderkaak. Dit abces had als oorzaak enkele achtergebleven wortelresten onder het tandvlees. Na het openen van het abces en het verwijderen van de wortelresten werd al snel duidelijk wat de ontsteking aan schade had veroorzaakt. Het was duidelijk te zien en te voelen dat 2/3 van de onderkaak op de plaats van de ontsteking verdwenen was, waardoor de kans op breuk natuurlijk enorm toeneemt. Een kleine klap tegen de kaak was waarschijnlijk genoeg geweest om hem te breken, wat in deze omgeving grote problemen kan opleveren.


De zon was reeds op zijn retour, dus voor ons het teken om op te ruimen en in te pakken. Onderweg naar de volgende nederzetting moesten we een opnieuw een rivierbedding doorkruisen. Deze keer moesten we eerst afdalen van een steile rotswand om vervolgens een scherpe bocht naar rechts te maken en dan een steile zandoever weer omhoog te rijden. Maar helaas kwamen we vast te zitten. Geen probleem zou je zeggen met zo’n terreinwagen … klopt … maar precies op deze plek kwamen we erachter dat de vierwielaandrijving defect was. In dit soort afgelegen gebieden zijn dat geen grapjes. Geen mobiel netwerk, geen mensen om ons heen met een voertuig om ons eruit te trekken, dus hebben we vervolgens drie uur lang moeten auto uitladen, graven, stenen sjouwen, om de auto in beweging te krijgen. Gelukkig waren er wat jonge mannen van onze laatst bezochte manyatta gekomen om te helpen met duwen. Uiteindelijk is het ons gelukt om de auto weer op de steile rotswand te krijgen waar we weer wat grip hadden. Zonder vierwielaandrijving moest dit obstakel dan maar met snelheid genomen worden. Na overleg hadden we samen besloten dan maar een nieuw “pad” te maken waarbij we schuin, maar in een rechte lijn naar een andere plek aan de overkant zouden rijden om daar de oever weer op te komen. En zo geschiede … met hoge snelheid kwamen we aan de overkant aan waarna we de auto weer hebben kunnen inladen. Op naar het volgende avontuur.


Tegen de avond kwamen we aan bij de volgende manyatta in de buurt van Lodungokwe. Deze keer hadden we onze tenten even op een afstandje opgezet, waar we relatief rustig aan onze avond konden beginnen. Met het gehuil van hyena’s op de achtergrond hebben we serieuze gesprekken gehad met Edward over de komende verkiezingen en wat dit kan betekenen voor de toekomst van Kenia en de nomadische volkeren van het Noorden. Na een zwoele avond werden we opnieuw brutaal gewekt door de hevige regenval die enkele uren aanhield.


Vrijdag 12/10/2012:


Het werd al snel een ochtendritueel , maar ook deze ochtend werden de matrassen en slaapzakken in de boom gehangen en de tenten in de zon gezet om ze te laten drogen.

We hadden besloten vroeg onze clinic op te bouwen naast de auto, aangezien we in de middag de afstand naar Maralal nog moesten afleggen.


Na onze tandheelkundige werkzaamheden reden we eerst naar Lodungokwe. Omdat we hier toch langsreden, had de Rotary Club Dommelvallei ons gevraagd om even de vooruitgang van hun project te checken. Na een bezoekje aan de school hebben we kunnen constateren dat de grote watertanks wel geleverd, maar nog niet operationeel waren.


De lange tocht naar Maralal verliep voorspoedig, enkel de laatste 30 km gingen moeizaam door de affreuze staat van de weg. Eenmaal aangekomen in het stadje hebben we een plekje gezocht om iets te eten aangezien we na de koekjes in de ochtend niets meer tot ons hadden genomen. Sinds de eerste hevige regenbui hadden we problemen met onze gaspit waardoor het steriliseren meer tijd in beslag nam dan gebruikelijk. We zijn dan ook het stadje ingegaan om de gaspit te laten repareren en om onze etensvoorraad weer aan te vullen met wat groeten, fruit en eitjes zodat we de komende dagen weer verder konden. Die avond sliepen we bij Edward thuis. Zijn erf was door de hevige regens een grote modderpoel geworden, dus we zochten een plek om onze tenten niet midden in de modder maar ergens droog op te kunnen zetten … de keuken? Aangezien Edward naast zijn bestaande huisje een nieuw huis aan het bouwen is, stelde hij voor om in het huis in aanbouw onze nacht door te brengen. Heerlijk, een droge nacht!


Zaterdag 13/10/2012:


Na het inladen van onze spullen reden we richting Ledero. Dit is een kleine nederzetting op ongeveer 20 km van Maralal waar we de dispensary (EHBO-post) tot onze beschikking hadden. Bij aankomst zat er al een lange rij te wachten, dus dat beloofde voor de rest van de dag.


En inderdaad, het werd een lange zware, maar vooral productieve dag. We zijn tot het donker doorgegaan met het bieden van onze zorg. Ook in deze dispensary waren “nurses” aanwezig, maar ook zij waren niet bestand tegen bloederige ingrepen (dus geen hulp) en een administratieve taak werd enkel serieus genomen wanneer zij daar zin in hadden.


Op een gegeven moment kwam er een moeder met huilend kind binnenlopen in de dispensary. Ze kwamen niet voor ons want het jongetje van 4 was door een verwilderde hond in het scrotum gebeten en had een lelijke wonde. De wonde zou in het ziekenhuis van Maralal behandeld moeten worden, maar geld voor rabiës medicatie had ze niet. We hebben deze moeder dan ook even apart genomen en haar de 2000 Kshs gegeven die nodig waren voor de medicatie.


Nadat we onze instrumenten weer allemaal schoon in de koffers hadden opgeborgen, konden we in het donker aan de terugtocht naar Maralal beginnen. Blijkbaar was het ook voor onze gids een zware dag geweest want tijdens het rijden kwamen er lange tijd geen aanwijzingen meer. Na de vraag of we nog steeds op de juiste weg zaten, kwamen de woorden: “I don’t know … but this road will probably also lead to Maralal”. Dit zijn niet de aanwijzingen waar je op hoopt na een lange dag werken en wanneer je een weg terug moet vinden in het donker. Alsof het nog niet genoeg was werden we met een flinke bonk vastgezet in de modder. Een onschuldig laagje water maskeerde een enorm gat waardoor het wiel volledig wegzakte en de as vastliep op de grond. We wisten natuurlijk al dat onze vierwielaandrijving defect was, dus … graven! Na meerdere pogingen van duwen, graven, stenen bleek het zinloos.


De enige manier was achteruit getrokken worden want de auto had zelf niet genoeg kracht om de as uit de modder te trekken. Gelukkig waren we ongeveer 15 km van Maralal verwijderd en was er mobiel netwerk. Na veel heen en weer gebel en drie uur wachten kwam er een oude Land Rover aangereden met een zelfgemaakt sleeptouw van maar liefst 2 meter. Dit betekende dat de auto’s ongeveer een meter uit mekaar stonden. Met ronkende motoren werd de auto eruit gebikkeld, maar onze reddende engel ging vervolgens vol op de rem staan waardoor wij natuurlijk onze achterbumper in zijn radiator parkeerden. Gelukkig geen “echte” schade en alleen maar lachende gezichten want ze kregen ervoor betaald. Omdat we dus niet die ene afslag genomen hadden, moesten we deze weg maar volgen tot in Maralal. Het waren de 15 km des doods .. geen hand voor ogen door modder en regen, enorme gaten in de weg, rivier doorkruisen, rotsen omhoog, maar hoe voldaan en een heerlijk gevoel als je dan aankomt. Aangezien dit onze laatste nacht in het Samburu gebied zou zijn had Edward ervoor gezorgd dat een geit geroosterd zou worden. Door onze vertraging van ongeveer 4 uur was de geit ietwat afgekoeld, maar hij smaakte zeker. Voor deze laatste nacht hadden we besloten om de nacht door te brengen bij een oude vriend die een eenvoudig hotelletje heeft in Maralal. We kwamen door onze vertraging pas heel laat bij de poort van het hotel aan en de bewaker wou ons niet meer binnen laten. Hij vertrouwde die twee met modder besmeurde blanke mannen niet. Na veel aandringen en uitleggen dat we de eigenaar kennen, mochten we toch binnen. Nog een uurtje wachten in de regen tot duidelijk was welke kamer voor ons was, mochten we genieten van een koude douche en een zachte matras.


Zondag 14/10/2012:


Een prachtige zonnige dag en een heerlijk ontbijt! Tijdens het ontbijt even bijkletsen met de eigenaar en dan alles in gereedheid brengen om de grote oversteek van ongeveer 160 kilometer te maken van het Samburu gebied (Maralal) naar het Pokot gebied (Nginyang). De Rotary Club Dommelvallei had ook 2 watertanks geschonken voor het dorp Nginyang in het East-Pokot District, maar door spanningen tussen de twee volkeren werden deze nog niet afgeleverd. Edward zag nu zijn kans om deze tanks met ons mee te laten rijden, omdat dit de kans op “onregelmatigheden” zou verkleinen. Daarnaast vertelde hij dat geen enkele chauffeur van Samburu afkomst deze tocht naar het Pokot gebied wilde afleggen dus had hij iemand van Somalische afkomst weten te regelen. We hadden een beetje het gevoel dat we als een menselijk schild gebruikt werden en nadat we ook nog eens 1,5 uur moesten wachten op de chauffeur hebben we beleefd een kaartje getekend en afscheid genomen van Edward en zijn we maar vertrokken. We hadden afgesproken met Robert, onze contactpersoon in het Pokot gebied, in Loruk. Het in convooi rijden zou ons te veel vertraagd hebben, zeker als de chauffeur bij de start al te laat is. Het is een lange maar zeer mooie route waarbij het landschap steeds veranderd. We hadden extra diesel meegenomen, maar na een kilometer of 60 rook het wel heel erg naar diesel in de auto … toch maar even stoppen. De jerry can bleek aan de onderkant gescheurd door de ruwe weg en 20 liter diesel verdween vervolgens in onze rugzakken en de rest van de laadbak.


Op ongeveer 20 km van Loruk rij je de Rift Vallei in met een prachtig uitzicht over Lake Baringo. Wij waren precies op de afgesproken tijd (16.30) in Loruk, terwijl de truck met de tanks er pas om 21.00 het dorpje passeerden. In Loruk hebben we even met Robert wat gegeten en gedronken bij een fundraising die hij georganiseerd had voor een dame die dringend geopereerd moest worden maar de kosten niet zelf kon dragen. Hierna kwam de eindtocht naar Nginyang. In het donker komen we op zijn erf aan en werden begroet door de hele familie. In het gastenhutje van Robert konden we de nacht doorbrengen.


Maandag 15/10/2012:


We werden al vroeg gewekt door de kippen die in onze hut rondliepen. In Nginyang had Robert ervoor gezorgd dat we de eerste dag in het Pokot gebied onze hulp in de dispensary zouden kunnen bieden. We werden welkom geheten door een zeer enthousiaste verpleger en de dispensary bleek goed uitgerust waardoor we gebruik konden maken van de aanwezige spullen bij het opbouwen van onze clinic.


Ook hier werd onze tandheelkundige zorg erg op prijs gesteld aangezien er veel patiënten netjes hun beurt

op het bankje aan het afwachten waren. Op maandag vindt er een veemarkt plaats in Nginyang, waardoor

de Pokot van heinde en ver naar deze markt afzakken.


Zo’n markt wordt vaak gebruikt om bepaalde “wistje-datjes”, overheidsbepalingen of andere belangrijke zaken ter ore te brengen. Zo hebben ook wij even een speech gehouden om het doel van ons bezoek duidelijk te maken en om aan te geven dat iedereen welkom was in de dispensary. De tweede helft van de dag was net zo druk als de ochtend. Bij schemering werd de auto alvast opgeruimd en klaargemaakt voor de volgende dag.


Opnieuw werden onze lekkerste blikjes bij mekaar gegooid in de pan om voor een welverdiend avondmaal

te zorgen. Hierna volgde lange gesprekken met Robertover de toekomst, de gewapende conflicten en andere problemen waar het Pokot volk dagelijks mee geconfronteerd wordt.


Dinsdag 16/10/2012:


’s Ochtends weer vroeg op pad richting Nyau Nyau. Eerst besloten we een bezoekje te brengen aan de primary school waar blijkbaar de watertanks van de Rotary Club Dommelvallei gedropt waren.


Dit was echter niet de afgesproken locatie waar deze tanks geleverd dienden te worden, maar de chauffeurs waren alweer naar Maralal teruggekeerd. Pas 17 kilometer verderop passeerden we tijdens onze tocht de school in aanbouw waar de tanks geleverd moesten worden. De tanks zouden later wel bij deze school geleverd worden. Op dezelfde weg zijn we even uitgestapt bij de dam die enkele jaren geleden gesponsord werd door de Rotary Club en nu nog steeds de Pokot gemeenschap en hun vee tijdens droogte van drinkwater kan voorzien. Na een moeilijk weg waar blijkbaar al heel lang geen voertuig meer gereden had, kwamen we aan bij de verlaten dispensary van Nyau Nyau.


Het gebouw was aan de ene zijde overwoekerd met planten en aan de andere zijde was een kleine patio

waar we de schaduw konden opzoeken. Het wasverschrikkelijk warm die dag en de zinken golfplaten

leken wel als een grill-oven boven ons hoofd te gloeien. De lokale priester had een sleutel van de dispensary

en we wisten enkele banken en een oud bed te confisqueren voor onze clinic.

Ook hier trokken we al snel de aandacht van enkele kinderen die ondanks de hitte geïnteresseerd naar de behandelingen bleven kijken. De vrouw van de priester had voor een heerlijke lunch gezorgd: kip met aardappelen, ugali en sukuma wiki … om je vingers bij af te likken!


Tegen de avond hadden we besloten alvast in de richting van de volgende nederzetting te rijden en onderweg in de “homestead” van John Lomalimal, een vriend van Robert, te overnachten. Het bleek niet eenvoudig om deze homestead te bereiken aangezien deze enkel door mensen te voet en het vee bereikt kan worden.


We moesten dan ook met onze terreinwagen een doorgang forceren door de omheining gemaakt van dorre struiken. Het avondritueel neemt steeds minder tijd in beslag waardoor we meer tijd overhouden om te koken en de dag te evalueren met een glas whiskey.


Woensdag 17/10/2012:

Na het verorberen van onze laatste eitjes en een dankwoord aan

onze gastheer, reden we verder door naar Riongo.


Hier was wel een dispensary die gebruikt werd, maar we werden

naar een gebouwtje verderop gewezen om onze clinic op te bouwen.

Hier waren niet veel materialen aanwezig die het ons makkelijker

zouden kunnen maken. De lokale nurse wist te vertellen dat we onze

borst maar alvast nat moesten maken want er zouden wel honderd

patiënten komen.


Ze had gehoord dat er al veel gisteren ochtend vertrokken waren vanuit de omliggende nederzettingen. Het aantal was redelijk overdreven of ze wilde enkel aangeven dat ze haar best had gedaan zoveel mogelijk mensen duidelijk te maken dat wij tandheelkundige zorg kwamen bieden. Uiteindelijk was de opkomst niet bevredigend omdat we natuurlijk wel op die honderd patiënten aan het wachten waren in de zengende hitte.


In overleg besloten toch niet tot de duisternis te gaan wachten en weer verder te rijden naar onze volgende locatie. In Chesirimeon, waar we de volgende dag zouden werken, waren we in staat een “koud” biertje te scoren. Met onze ervaring en survival skills waren we in staat deze biertjes verder te laten afkoelen tot een meer aangename temperatuur, want we zouden het nog zwaar krijgen die avond. Ook deze nacht sliepen we in een homestead, maar nu waren we omringd door honderden geiten. Probeer maar eens boven het gemekker uit te komen om even over de dag te reflecteren. Na de dikke laag geitenkeutels weg te hebben geschraapt van de grond hebben we onze tenten weer een mooi plekje weten te geven en gelukkig gingen na een tijdje de geitjes ook slapen.


Donderdag 18/10/2012:


De laatste werkdag. De nurse van de Chesirimeon dispensary stond ons al op te wachten. Zij zou de rechterzijde van het gebouw gebruiken terwijl wij de kamer aan de linkerkant mochten inrichten als clinic. Maar met wat? Uiteindelijk wisten we toch weer ergens een oude kapotte deur vandaan te toveren die goed als behandeltafel kon dienen.


Tijdens het opbouwen kwamen er steeds meer patiënten op het bankje te zitten. Ook deze dag werd een zeer productieve dag. Gelukkig kon de wind ons een beetje verkoeling brengen aangezien het ook vandaag weer bloedheet zou worden. Aan het einde van de dag kwam met een enorme stortbui de langgehoopte verkoeling. Na de behandeling van de laatste patiënt restte ons nog een belangrijke taak.


Al de instrumenten dienden geolied, gereinigd en gesteriliseerd te worden. Daarna moesten natuurlijk alle materialen en instrumenten geïnventariseerd worden zodat we precies weten wat er volgend project alvast aanwezig zal zijn. Alles netjes weer ingepakt, dozen dichtgeplakt en klaargemaakt voor opslag bij Robert. We hebben hem gevraagd goed voor onze spullen te zorgen, zodat we niet bij aanvang van het volgend project weer teleurgesteld zijn als we onze instrumenten en materialen terugkrijgen. Ook deze avond werd gevuld met goede gesprekken. We werden door Robert en zijn vrouw bestookt met honderden vragen over hoe ze meer kunnen realiseren in de zorg voor hun volk. Zo is Robert erg geïnteresseerd in de manieren van communicatie uit te breiden om uiteindelijk beter de projecten in zijn district te kunnen leiden. Deze man runt een regio zo groot als de helft van Nederland met enkel een mobieltje! We hebben hem dan ook beloofd op zoek te gaan naar een laptop. Zijn vrouw wenst een microkrediet programma op te starten voor de vrouwen van Nginyang. Beide hebben goede plannen die vooral gericht zijn op het bijstaan en helpen van anderen, maar in deze afgelegen regio ontbreken tot nog toe alle mogelijkheden. Laatste nacht op een harde ondergrond.


Vrijdag 19/10/2012:


Ook deze laatste ochtend in Pokot gebied werden we gewekt door de moederkip met kuikens die door onze hut paradeerden. Na een koekje en wat koffie hebben we onze auto opgeruimd en alles wat ter plaatse moet blijven in onze hut geplaatst. Robert zou ervoor zorgen dat alle spullen droog en veilig opgeslagen worden in zijn huis.


We werden officieel bedankt door Robert, die naast goede vriend natuurlijk ook chief is. Hij had zich traditioneel aangekleed en wenste ons en iedereen die ons steunde te bedanken via een toespraak in de videocamera. Na het afscheid van de Kanyakera familie hebben we onze tocht terug naar het zuiden ingezet. In één keer naar Nairobi rijden zou niet verstandig zijn, dus hadden we reeds besloten te overnachten bij Lake Baringo en dan de volgende dag het laatste verharde stuk naar Nairobi af te ronden. Na onze aankomst in het Soi Hotel hebben we kunnen genieten van een heerlijke lunch en ons eerste koude drankje in 2 weken.


De oude Baringo Lodge kan geen gasten meer ontvangen omdat het water

van het meer zo hoog gestegen is waardoor het hele hotel ongeveer 1,5 meter onder water staat. Hier is er een overstroming en 30 kilometer verder sterft mens en dier van de droogte.


Na de lunch liepen we terug naar de auto om onze tassen te pakken en deze op de kamer te leggen. Tot onze vreugde was een van de bewakers alvast begonnen met de dikke laag modder van onze auto af te halen. Het staat net wat beter als je een huurauto weer moet inleveren. Maar op het moment dat we hem naderen zegt hij plots: “Hello mister … there is smoke coming from underneath your car”. Ik dacht eerst dat het stoom was van druppels water op de uitlaat, maar de auto stond al te lang stil om nog zo te stomen.

Op het moment dat we gehurkt achter het wiel keken zagen we dat er naast de dieseltank bedrading in de fik stond en een enorme rookontwikkeling was al snel het gevolg. Nog geen 2 seconden later plofte de rook onder de motorkap vandaan … er restte nog maar één ding: alles uit de auto! Nadat we onze spullen in veiligheid hadden gebracht besloten we het vuur te gaan bestrijden maar de enige brandblusser die we hadden bleek leeg te zijn. Gelukkig had het personeel van het hotel na het zien van de rookwolk ook al alarm geslagen en kwamen zelfs de koks met hun brandblussers uit de keuken rennen. Na een tijdje was alles onder controle, maar wij hadden een smeulende auto die ons nog naar Nairobi moest brengen. De manager van het hotel verzekerde ons dat we ons geen zorgen moesten maken want de mecanicien ging alles oplossen. De auto werd aan de achterzijde volledig gedemonteerd omdat er gedacht werd dat het een elektriciteitsbrand was die ontstaan was bij de accu.


En ja hoor … toen de accu’s eindelijk tevoorschijn kwamen bleken de draden volledig weggebrand en de accu’s deels gesmolten. Verder bleek ook het olieleiding van de stuurbekrachtiging onder de motorkap doorgebrand. De mecanicien heeft in enkele uren de volledige bedrading vervangen en met enkele plastic zakjes en reepjes binnenband de hydraulische leiding van de stuurbekrachtiging gerepareerd. Aangezien wij zelfs na de brand nog steeds in een “hakuna matata” stemming waren en 2 weken niet effe lekker hebben kunnen douchen besloten we tijdens dit groot onderhoud aan de auto maar even een plonsje te wagen in het zwembad. Na een proefrit van de mecanicien werd ons verzekerd dat we Nairobi zeker zouden halen. Daar zouden we pas de volgende dag over kunnen oordelen. Nu eerst een hapje eten in het restaurant en dan weer vroeg naar bed.


Zaterdag 20/10/2012:


De dag van de waarheid … haalt de auto het of niet? Wordt het een soepele rit of staan we over enkele uurtjes langs de weg te hopen op hulp? Bij het wegrijden van het parkeerterrein van het hotel bleek dat de stuurbekrachtiging toch niet gerepareerd was. Het valt niet mee een auto van ongeveer 2000 kg te draaien zonder deze stuurbekrachtiging, maar met een beetje vaart gaat het een stuk beter. Bij de eerste tankbeurt in Marigat wilde de auto al niet meer starten. Gelukkig waren er genoeg jonge kerels in de buurt om even een duwtje te geven en de auto zo weer aan de gang te krijgen. Het was nu wel duidelijk dat we de motor zeker niet meer af zouden zetten tijdens plaspauzes, tankpauzes of welk moment dan ook. Het doel was nog steeds om in één keer en heelhuids het hotel in Nairobi te halen. Tijdens de rit werden meerdere brandgeuren door onze neuzen gedetecteerd, maar gelukkig geen een afkomstig van ons voertuig. Veelal werden ze veroorzaakt door brandend hout, plastic en rubber in de dorpjes langs de weg, maar het hield ons scherp. Bij aankomst in Nairobi hebben de auto voor de deur van het hotel gezet, uitgeladen en stiekem een klein bedankje aan onze beschermengel gericht. Na het afhandelen van al het papierwerk met het verhuurbedrijf en een hartig woordje over de conditie van de auto (geen 4x4 en brand) bleek dat we echt tegen de verkeerde persoon aan het praten waren. Deze “loopjongen” zag de ernst van de zaak niet in. Als de brand ook maar één dag eerder was gebeurd, dan was de auto volledig uitgebrand. Deze opmerking werd met een glimlach aangehoord … of hij snapte niet wat we aan het vertellen waren of hij vond het echt grappig. Omdat het blijkbaar ook nog eens een nationale feestdag was kon hij niet cruciale documenten ophalen op het kantoor. Na dit gesprek zijn we even gaan uitwaaien in de stad. We zagen er ietwat verwilderd uit, waardoor we niet aangezien werden als toeristen en dus zonder enig probleem door de stad konden struinen. De dag werd afgesloten met een evaluerend gesprek op een bankje in het Jeevanjee Park en daarna fris douchen en een hapje eten.


Zondag 21/10/2012:


Om 5 uur opgestaan en snel een ontbijt want de taxi staat al klaar om ons naar de luchthaven te brengen. Na de gebruikelijke security checks en een vlucht van 8 uur waren weer op Nederlandse bodem.

We mogen concluderen dat het een zeer geslaagd project is geweest, zeker omdat we zonder problemen onze werkzaamheden hebben kunnen uitbreiden naar het Pokot gebied. Uiteindelijk werden honderden patiënten gezien waarbij we ongeveer 280 tanden en kiezen verwijderd hebben en ongeveer 25 restauraties vervaardigd hebben. Tijdens het project werd steeds met onze contactpersonen overlegd wat er volgend jaar anders of beter zou kunnen, zodat we steeds meer mensen weten te bereiken in de meest afgelegen gebieden.




PROJECT 2011

 

SAMBURU DISTRICT


In oktober 2011 werd het project beperkt tot het Samburu District. Het team bestond uit: Joost Berben (tandarts te Utrecht), Marc Kicken (Kaakchirurg te Arnhem) en Edward Lolokuru (contactpersoon Samburu District). De bevolking werd door Edward geïnformeerd over ons project, de route en dus de locaties waar zorg geboden zou worden. Doordat we zeer mobiel en onafhankelijk zijn, zijn we in staat op de meest afgelegen plaatsen zorg te bieden.


Donderdag 13/10/2011:


Het team vertrok met de trein richting Schiphol voor de vlucht van Amsterdam naar Nairobi. De aankomst vond plaats in Nairobi omstreeks 20.45 lokale tijd. Na een lange wachttijd bij de douane konden we eindelijk onze bagage ophalen, waarna we beladen met de overvolle en loodzware instrumentariumkoffers op zoek gingen naar de gereserveerde taxi. Gelukkig stond deze na de vertraging nog op ons te wachten om ons naar het hotel te brengen. Na de check-in in het hotel, het ontvangst van de licenties en de bestelling van DentMed Kenya (handschoenen, naalden en carpules en andere verbruiksvoorwerpen) was er even tijd om uit te blazen van de lange reis met een koude “Tusker” en een sandwich op het terras van het hotel.


Vrijdag 14/10/2011:


Zoals afgesproken stond de 4x4 stipt om 8.00 de volgende ochtend voor het hotel . De 4x4 werd ingeladen en samen met onze contactpersoon, Dr. Edward Lolokuru uit Maralal, begaven we ons naar de Uchumi Hypermarket op Ngong Road. In deze supermarkt werden de inkopen gedaan voor de gehele reis aangezien er hiervoor in het noorden weinig mogelijkheden zijn. Vooral veel water en voedsel, maar ook benodigdheden voor de tandheelkundige werkzaamheden werden ingekocht. De reis naar Wamba bracht ons langs Thika, Nanyuki en Isiolo. Door de recente werkzaamheden aan de weg waren we in staat om tot Archer’s Post over een geasfalteerde weg te rijden. Dit heeft natuurlijk tijdswinst opgeleverd, maar na de splitsing Wamba – Marsabit kwam de bekende ruwe zandpiste weer aan bod.


Onderweg waren we getuigen van enige spanningen tussen de lokale bevolking en de steeds verder oprukkende moslim fundamentalisten uit Somalië. Hierdoor waren enkele barricades opgetrokken waarbij elk voertuig gecontroleerd werd om eventuele “terroristen”, die zich per voertuig in zowel noordelijke als zuidelijke richting verplaatsen, op te sporen (3 dagen later voerde Kenia een militair offensief uit tegen Somalië om de Al Shabaab strijders naar het noorden te verdrijven). Na de aankomst in Wamba werden de tenten opgezet om fris de volgende ochtend aan de slag te kunnen gaan.


Zaterdag 15/10/2011:


Om 8 uur hadden we onze kliniek opgebouwd in het publieke ziekenhuisje aan het einde van de weg in Wamba. Er was sprake van een goede medewerking van enkele ziekenhuisfunctionarissen. Ze boden ons hun hulp aan bij de administratie (helaas niet altijd accuraat) en het steriliseren. Er waren 126 aanmeldingen voor tandheelkundige hulp waarvan uiteindelijk 75 geëxtraheerde elementen en enkele restauraties werden geregistreerd. Omdat er steeds stiekem “belangrijke mensen” tussendoor glipten bleef de patiënten lijst maar groeien en hadden we helaas niet de mogelijkheid om iedereen die dag te helpen. Aangezien de hevige regenval van de laatste paar weken ons niet toeliet om het plaatsje Sware de volgende dag te bereiken, werd ervoor gekozen om de resterende 32 patiënten de volgende ochtend te helpen voor ons vertrek naar Maralal. Opnieuw en overnachting in de tent op het erf van onze contactpersoon.


Zondag 16/10/2011:


Bij onze aankomst bij het ziekenhuisje de volgende ochtend bleek de lijst van 32 patiënten alweer gegroeid te zijn tot 41. We hebben helaas duidelijk moeten maken dat we uiterlijk om 13.00 zouden moeten vertrekken omdat de zware tocht naar Maralal nog voor ons lag. Het resultaat van deze ochtend was 55 extracties en 5 restauraties. Vervolgens werd al het instrumentarium gesteriliseerd, tenten afgebroken, spullen ingepakt en de 4x4 voorbereid voor de tocht. Na enkele uren werden we ontvangen bij Edward thuis. De tenten werden na dit warme ontvangst naast het huis, tussen de koeien en de geiten, weer opgezet om de nacht in te gaan.


Maandag 17/10/2011:


De volgende ochtend ging de reis richting het noorden. Aangezien in de plaatsjes Barsaloi en Opiroi zeer afgelegen zijn is er geen stromend water en elektriciteit waardoor de mogelijkheid tot steriliseren werd bemoeilijkt. Om dit probleem op te lossen hadden we een snelkookpan gekocht in Maralal en deze zo gemodificeerd dat we toch op een gasvuur konden steriliseren. Na een zeer ruwe rit met veel steile beklimmingen kwamen we in Barsaloi rond 15.00 aan. Bij aankomst werd meteen contact gelegd met de verantwoordelijke van de “dispensary” (soort EHBO-post) zodat we onze kliniek hier konden opbouwen. Het was redelijk laat maar al snel stonden de eerste patiënten voor de deur wat resulteerde in 20 extracties. Deze nacht werden de tenten naast de kliniek opgezet.


Dinsdag 18/10/2011:


We startten vroeg in de dispensary van Barsaloi omdat we maar de mogelijkheid hadden tot 14.00 te werken aangezien we de volgende dag onze kliniek zouden opbouwen in Opiroi. Resultaat van deze ochtend was 25 geëxtraheerde elementen en 3 restauraties. Rond 17.00 kwamen we aan in Opiroi waarbij het schoolgebouwtje uitgekozen werd om de volgende dag te behandelen, omdat de dispensary niet met een 4x4 bereikbaar was door de hevige regenval. De tenten werden naast het schoolgebouw opgezet en de eerste voorbereidingen voor de kliniek werden reeds getroffen.


Woensdag 19/10/2011:


Net na het ontwaken werden we verrast door een zeer hevige regenbui. Pas na deze bui zagen we druppelsgewijs patiënten binnenkomen. Uiteindelijk werden hier 26 elementen verwijderd en enkele restauraties vervaardigd. Door de hevige regenval werd besloten diezelfde dag nog naar Maralal terug te keren om problemen tijdens de rit te beperken.


Donderdag 20/10/2011:


Afscheid van onze contactpersoon en zijn familie. De terugreis naar Nairobi diende opgesplitst te worden aangezien in één keer doorrijden een te zware tocht zou betekenen en een onveilige situatie zou creëren omdat na zonsondergang rijden niet aan te raden is. Een overnachting in Isiolo was de oplossing. Na het avondmaal werd al het instrumentarium en de verbruiksmaterialen geïnventariseerd om te bepalen wat tijdens het volgende project aangekocht of vervangen dient te worden.


Vrijdag 21/10/2011:


Vertrek vanuit Isiolo naar Nairobi omstreeks 10.00. Met een verwachtte aankomst tijd 15.00 leek het een rustige tocht, maar helaas mochten we hier enkele uurtjes bij optellen door grote chaos met stapvoets verkeer rondom Nairobi. Bij aankomst in het hotel werd de 4x4 ingeleverd.


Zaterdag 22/10/2011:


De taxi stond om 05.00 klaar om ons naar de luchthaven te brengen voor onze vlucht van 08.10 naar Amsterdam. Aankomst rond 15.00


Na evaluerende gesprekken met Marc Kicken en vergaderingen met het overige bestuur van de stichting werden doelen gesteld voor het project in oktober 2012 en kon geconcludeerd worden dat het project van 2011 een groot succes was.

Naast het uitbreiden van de periode van het project in 2012 naar 2 weken en het uitbreiden van de route (Samburu District en Baringo District), werd ook besloten een investering te doen door de aankoop van een mobile field unit. Hierdoor worden onze behandelingsmogelijkheden vergroot voor zowel chirurgische als restauratieve behandelingen .




Share by: